1. Je kunt uitleggen hoe het
reukzintuig in je neus werkt.
2. Je kunt uitleggen hoe je smaakzintuig op je tong werkt.
3. Je kunt de 5 soorten smaakzintuigen noemen.
4. Je kunt uitleggen hoe je met je reukzintuig én smaakzintuig je eten proeft.
5. Je kunt omschrijven waardoor eetgewoonten en voorkeur ervoor kunnen zorgen of je iets lekker vindt of vies.