Rekenen periode 4
1 / 21
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Van 160 deelnemers, doet 1 op de 32 niet mee. Hoeveel deelnemers doen niet mee?
A
160 : 32 = 5
B
160 x 32 = 5120
Slide 3 - Quiz
Nederland schiet 1 op de 5 doelpogingen erin. Hoevaak scoort Nederland bij 10 doelpogingen?
A
10 : 5 = 2
B
10 x 5 = 50
Slide 4 - Quiz
Van de 200 leerlingen is 1 op de 5 een meisje. Hoeveel meisjes zijn er?
A
200 x 5 = 1000
B
200 : 5 = 40
Slide 5 - Quiz
Je staat in een garage op verdieping -2 en je wil naar verdieping 3. Hoeveel verdiepingen moet je omhoog?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 6 - Quiz
40 broodjes kebab kosten samen 30 euro. Hoeveel broodjes koop je dan voor 15 euro?
A
10
B
20
C
40
D
80
Slide 7 - Quiz
Bij de jamin betaal je 0,80 cent per 100 gram snoep. Hoeveel moet je dan betalen voor 500 gram snoep?
A
3 euro
B
3,50 euro
C
4 euro
D
4,50 euro
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Flip wil naar 1 verdieping onder de begane grond. Op welke knop moet Flip drukken?
A
0
B
1
C
-1
D
-2
Slide 10 - Quiz
Tim staat 200 euro in het rood. Hoe schrijf je dit als getal?
Slide 11 - Open question
Vul in: 5 ... 9
A
<
B
>
Slide 12 - Quiz
Vul in: 0 ... 9
A
<
B
>
Slide 13 - Quiz
Vul in: 10 ... -10
A
<
B
>
Slide 14 - Quiz
Lisa, Rick en Sofie spelen een spelletje. Degene met de meeste punten wint. Wie heeft gewonnen?
A
Lisa
B
Rick
C
Sofie
Slide 15 - Quiz
Zet de getallen in de goede volgorde!
1
2
3
4
-28
-92
-57
10
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Slide
Hoeveel leerlingen hebben maat 39?
A
2
B
4
C
5
D
6
Slide 18 - Quiz
Hoeveel mm regen is er op zaterdag gevallen?
A
8,5
B
68,5
C
56,0
D
21,0
Slide 19 - Quiz
Hoe warm was het om 7u 's ochtends?
A
14 graden
B
15 graden
C
16 graden
D
17 graden
Slide 20 - Quiz
Hoeveel mensen keken om 21:00 uur naar Nederland 2?
A
1 100 000 mensen
B
1 200 000 mensen
C
1 300 000 mensen
D
1 400 000 mensen
