LD - Over taal - blok 3 - les 1 - woordenschat

Blok 3 - Over taal - blz. 130
 Schooltaalwoorden
Moeilijke woorden in teksten
Stappenplan moeilijke woorden


  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Blok 3 - Over taal - blz. 130
 Schooltaalwoorden
Moeilijke woorden in teksten
Stappenplan moeilijke woorden


  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij woordenschat?

Stappenplan moeilijke woorden?

Wat moet je doen als je in een tekst/zin een woord tegenkomt dat je niet ken?
      Woordenschat
3.10

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kunnen 
  • Je wat schooltaalwoorden zijn.
  • Je weet wat het Stappenplan moeilijke woorden is.


 
Je kunt de betekenis van woorden vinden door ervoor of erna te lezen.



Weten 
3
Je weet de betekenis van verschillende schooltaalwoorden en woorden uit leesteksten van de opdrachten van Blok 3 Over taal.

Slide 4 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Op school gebruik je schooltaalwoorden. Dit zijn woorden die je thuis niet vaak gebruikt.




 
Wat zijn schooltaalwoorden eigenlijk?
3
gewone woorden
schooltaalwoorden
opschrijven
noteren
misschien
eventueel
Wie weet er nog meer?

Slide 5 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

In een tekst kom je natuurlijk wel eens een woord tegen dat je niet kent. Vaak kun je de tekst zelf gebruiken om er achter te komen wat een moeilijk woord betekent.

  • Je leest een stukje terug of een stukje vooruit.
  • Je kijkt of er bekende stukjes in het woord staan die je wel kent.
  • Misschien staan er plaatjes bij de tekst die je helpen om achter de betekenis te komen.






 
Woorden in teksten
3

Slide 6 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Stappenplan moeilijke woorden
  1. synoniem
  2. omschrijving
  3. tegenstelling
  • voorvoegsel
  • achtervoegsels
  • samenstellingen
  • andere taal?
  • thema?
  • onderwerp?
  • grondwoord
  • alfabetische volgorde

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Je gaat nu aan de slag met het maken van opdracht 29 + 30 + 31. Deze opdrachten maak je met deze LessonUp.

Na deze sheet komen de vragen die horen bij opdracht 29 op blz. 130 en 131.






 
Opdrachten maken
3

Slide 8 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
1. Dit jaar werd de Avondvierdaagse in Haarlem weer aandachtig gevolgd door de media.
A
beslist
B
bruikbaar
C
met veel aandacht
D
uiteraard

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
2. De Avondvierdaagse is typisch iets voor leerlingen van basisscholen. 
A
goed bruikbaar voor iets
B
beslist
C
gewoon
D
kenmerkend

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
3. De definitie van Avondvierdaagse is: ‘een wandelevenement op vier opeenvolgende avonden’.
A
omschrijving
B
samenhang
C
kenmerkend
D
beslist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
4. Wandelen, gezelligheid en uitdaging worden gecombineerd en dat spreekt leerlingen aan. 
A
bruikbaar
B
samenhang
C
kenmerkend
D
samengevoegd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
5. Het gaat niet alleen om de sport; het is ook ronduit gezellig. 
A
uiteraard
B
beslist
C
misschien
D
samengevoegd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
6. Vanzelfsprekend moet je ontzettend veel lopen. 
A
uiteraard
B
beslist
C
misschien
D
samengevoegd

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
7. Het is gebruikelijk om tien kilometer per keer te lopen, langs verschillende routes. 
A
uiteraard
B
beslist
C
bruikbaar
D
gewoon

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
8. Je moet wel geschikte wandelschoenen hebben, anders heb je meteen blaren.
A
goed bruikbaar voor iets
B
beslist
C
bruikbaar
D
gewoon

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
9. Blaarpleisters zijn heel nuttig tegen blaren: plak ze dus op tijd op de pijnlijke plek. 
A
goed bruikbaar voor iets
B
beslist
C
bruikbaar
D
gewoon

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
10. Wist je trouwens dat er een verband is tussen meelopen met de Avondvierdaagse en het maken van vrienden?
A
omschrijving
B
samenhang
C
kenmerkend
D
gewoon

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lees tekst 7 op blz. 130. Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
11. Wil je volgend jaar eventueel ook meedoen? Schrijf je dan nu in!
A
beslist
B
samenhang
C
misschien
D
gewoon

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions



Na deze sheet komen de vragen die horen bij opdracht 30 op blz. 131.






 
Opdrachten maken
3

Slide 20 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
a. Mijn familie vindt mij een echte avonturier, omdat ik iemand ben die de hele wereld wil zien.
A
iemand die gebouwen ontwerpt
B
iemand die erop uit is van alles te beleven
C
oudste
D
heel erg snel veranderen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
b. Maar dit keer wilde ik gewoon een stedentrip en daarom ben ik onlangs een paar dagen naar Barcelona geweest.
A
van deze tijd
B
korte tijd geleden
C
iets waar je naartoe gaat om je te vermaken
D
heel erg snel veranderen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
c. Ik wilde speciaal naar Barcelona om daar de belangrijkste attractie van de stad te zien: de Sagrada Família.
A
van deze tijd
B
korte tijd geleden
C
iets waar je naartoe gaat om je te vermaken
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
d. Kijk naar de foto. Vind jij de Sagra Família ouderwets of juist modern?
A
van deze tijd
B
korte tijd geleden
C
iets waar je naartoe gaat om je te vermaken
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
e. Hij is meer dan honderd jaar geleden ontworpen door de beroemde architect Gaudí.
A
water dat uit de lucht op aarde valt (sneeuw, regel, hagel)
B
iemand die gebouwen ontwerpt
C
iets waar je naartoe gaat om je te vermaken
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
f. Vind jij de kerk ook sprookjesachtig? Het leek wel of Gaudí Barcelona wilde omtoveren tot een sprookjesstad, want al zijn gebouwen hebben dat.
A
water dat uit de lucht op aarde valt (sneeuw, regel, hagel)
B
iemand die gebouwen ontwerpt
C
heel erg snel veranderen
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
g. Gaudí is nu heel beroemd en dat heeft tot gevolg dat er veel toeristen naar Barcelona komen om zijn gebouwen te zien.
A
water dat uit de lucht op aarde valt (sneeuw, regel, hagel)
B
iemand die gebouwen ontwerpt
C
heel erg snel veranderen
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
h. De Sagrada Família is nog steeds niet af, hoewel het ontwerp al is ontstaan in 1885.
A
beginnen te ontstaan
B
van deze tijd
C
heel erg snel veranderen
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
i. Toen Gaudí het oorspronkelijke ontwerp maakte, dacht hij het gebouw in tien jaar af te hebben.
A
beginnen te ontstaan
B
van deze tijd
C
oudste
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het onderstreepte woord in deze zin?
j. Toen ik alles had gezien, wilde ik nog een dag op het strand liggen. Normaal gesproken valt er nauwelijks neerslag in november, maar nu regende het en heeft het zelfs gesneeuwd.
A
water dat uit de lucht op aarde valt (sneeuw, regel, hagel)
B
van deze tijd
C
heel erg snel veranderen
D
iets dat na en door iets anders gebeurt

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin a?
a. Mijn familie vindt mij een echte avonturier, omdat ik iemand ben die de hele wereld wil zien.
A
In deze zin staat een omschrijving
B
In deze zin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin d?
d. Kijk naar de foto. Vind jij de Sagra Família ouderwets of juist modern?
A
In deze zin staat een omschrijving
B
In deze zin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin j?
j. Toen ik alles had gezien, wilde ik nog een dag op het strand liggen. Normaal gesproken valt er nauwelijks neerslag in november, maar nu regende het en heeft het zelfs gesneeuwd.
A
In deze zin staat een omschrijving
B
Hierin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Lees nu de uitleg over het Stappenplan moeilijke woorden op blz. 132 goed door.

Bij opdracht 31 ga je oefenen met een stukje terug of vooruit lezen. Zie je dan:
  • een woord dat ongeveer hetzelfde betekent;
  • een uitleg of een omschrijving van het woord;
  • een woord dat het tegenovergestelde betekent.

Als je goed nadenkt, weet je dan wat het moeilijke woord betekent.



 
Opdrachten maken
3

Slide 34 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat betekent het ondersteepte woord in de zin?
a. ‘Het spijt me,’ zei onze leraar, ‘ik moet de toetsen nog corrigeren. Ik hoop dat ik morgen klaar ben met nakijken.’

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin j?
a. ‘Het spijt me,’ zei onze leraar, ‘ik moet de toetsen nog corrigeren. Ik hoop dat ik morgen klaar ben met nakijken.’
A
In deze zin staat een uitleg of omschrijving
B
Hierin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het ondersteepte woord in de zin?
b. Vroeger was hij altijd sterk en fit, maar nu is de gezondheid van mijn opa erg broos.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin j?
b. Vroeger was hij altijd sterk en fit, maar nu is de gezondheid van mijn opa erg broos.
A
In deze zin staat een uitleg of omschrijving
B
Hierin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het ondersteepte woord in de zin?
c. Grote posters met heerlijk fruit promoten de gezonde snacks in de kantine. Maar je kunt nog zo veel reclame maken, wij hebben toch liever een broodje kroket!

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin j?
c. Grote posters met heerlijk fruit promoten de gezonde snacks in de kantine. Maar je kunt nog zo veel reclame maken, wij hebben toch liever een broodje kroket!
A
In deze zin staat een uitleg of omschrijving
B
Hierin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het ondersteepte woord in de zin?
d. Om te zorgen dat er minder ongelukken gebeuren met racefietsers op de weg, moet elke groep een wegkapitein hebben. Die fietst voorop, kent de route en zegt hoe de fietsers zich moeten gedragen.

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin j?
d. Om te zorgen dat er minder ongelukken gebeuren met racefietsers op de weg, moet elke groep een wegkapitein hebben. Die fietst voorop, kent de route en zegt hoe de fietsers zich moeten gedragen.
A
In deze zin staat een uitleg of omschrijving
B
Hierin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het ondersteepte woord in de zin?
e. De brugklasdisco gaat niet door. Jammer dat er niet genoeg animo voor is. Blijkbaar hebben veel leerlingen er niet zo veel zin in.

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Hoe wist je de betekenis van het onderstreepte woord in zin j?
e. De brugklasdisco gaat niet door. Jammer dat er niet genoeg animo voor is. Blijkbaar hebben veel leerlingen er niet zo veel zin in.
A
In deze zin staat een uitleg of omschrijving
B
Hierin staat een woord dat hetzelfde betekent
C
In deze zin staat een tegenstelling

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoel gehaald?
Schrijf drie woorden op die je al kende?
Schrijf drie woorden op die nog niet kende?
Bedenk twee verschillende manieren waarop de woorden van Blok 3 Over Taal kunt leren.
Schrijf je antwoorden op in je schrift.

Slide 45 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.




l
Huiswerk
Huiswerk - Over taal blok 3

Volgende les - Over Taal blok 3
  • Grondwoorden
  • Samenstellingen

Slide 46 - Slide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.