In het Nederlands gaat het om de woorden 'deze, die, dit, dat'.
Het aanwijzend voornaamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
ce mannelijk enkelvoud
cette vrouwelijk enkelvoud
cet
mannelijk enkelvoud met een klinker of
stomme h
ces mannelijk meervoud
ces vrouwelijk meervoud
Bijvoorbeeld:
ce garçon = deze jongen
cette fille = dit meisje
cet hôtel = dit hotel
ces garçons = deze jongens
ces filles = deze meisjes