Aan het eind van de les kan ik alles toepassen wat ik de afgelopen lessen bij grammatica geleerd heb.
Slide 4 - Slide
Terugblik
Tijdens de vorige les hebben we geleerd hoe we het lijdend voorwerp in een zin kunnen vinden. Wie kan mij stap voor stap uitleggen hoe je dat moet doen?
Slide 5 - Slide
Instructie - schrijf op in je schrift
Zo vind je een lijdend voorwerp
Bijvoorbeeld: Sifan Hassan heeft een gouden medaille gewonnen.
1.
Zoek de persoonsvorm (pv).
Gebruik de vraagproef of de tijdproef.
pv = heeft
2.
Zoek het onderwerp (ow).
Vraag: wie of wat + pv
Vraag: wie heeft?
ow = Sifan Hassan
3.
Zoek het werkwoordelijk gezegde (wg).
Noteer alle werkwoorden in de zin.
wg = heeft gewonnen
4.
Zoek het lijdend voorwerp (lv).
Vraag: Wat (soms: Wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.
Vraag: Wat heeft Sifan Hassan gewonnen?
lv = een gouden medaille
Slide 6 - Slide
Instructie
Tijdens deze les ga je aan het werk met de mixopdrachten van paragraaf 7 en 8. Deze maak je af, zover het lukt tijdens de les.
Slide 7 - Slide
Toepassing
Je gaat naar cursus 5 paragraaf 7 en daarna naar paragraaf 8.
Slide 8 - Slide
Toepassing
Slide 9 - Slide
Evaluatie en huiswerk
Wat was het lesdoel van deze les?
Aan het eind van de les kan ik alles wat ik de afgelopen lessen geleerd heb bij grammatica, toepassen