GESCHIEDENIS - INLEIDEND THEMA - LES 4

1 / 46
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waarover gingen de vorige lessen?

Slide 2 - Mind map

Vaardigheden Geschiedenis 



6. Gebondenheid aan tijd en plaats/ standplaatsgebondenheid
7. Betrouwbaarheid van bronnen.

Slide 3 - Slide

6. Standplaatsgebondenheid 
Iedereen ziet verhalen vanuit zijn eigen achtergrond

Stand: Je plek in de samenleving
Plaats: Waar je vandaan komt (plek)
Gebondenheid: Je zit eraan vast

Perspectieven zien: Je kent de afloop van historische gebeurtenissen al, maar de personen die toen leefden niet; zij waren gebonden aan tijd en plaats.

Het denken en handelen van een persoon wordt dus bepaald door de plaats en de tijd waarin hij leeft.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe kijken de volgende personen hiernaar?
Oorlog meegemaakt
Oorlog niet meegemaakt

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe kijken de volgende personen naar gesluierde vrouwen?
Een moslim
Een ongelovige

Slide 8 - Slide

Hoe kijkt een moslim naar de gesluierde vrouwen en hoe kijken niet gelovigen?

Slide 9 - Open question

Primaire bronnen
Primaire bronnen zijn gemaakt door mensen die direct betrokken waren bij een kwestie of situatie. Standplaatsgebondeheid is
belangrijk bij deze bronnen.

Bijvoorbeeld:
  1. Ooggetuigen
  2. Gebouwen
  3. Overblijfselen

Slide 10 - Slide

7. Bruikbaarheid en betrouwbaarheid van bronnen
Voor historisch onderzoek zijn bronnen, primaire en secundaire, onmisbaar. Sterker nog, bronnen vormen het belangrijkste gereedschap voor de historicus. Het lezen en interpreteren van historische bronnen is echter niet eenvoudig. Je moet namelijk niet alleen met bronnen kunnen redeneren, maar ook over bronnen.

Slide 11 - Slide

Redeneren over bronnen


Bij redeneren over bronnen stel je allerlei vragen over de bron, bijvoorbeeld wie heeft de bron geschreven of gemaakt, waar is de bron gemaakt en waarom is de bron gemaakt. In volgend schema kun je zien welke vragen je altijd moet stellen. Hoewel je altijd moet proberen een antwoord op alle vragen te vinden, zul je merken dat dit niet altijd mogelijk.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Redeneren met bronnen


Als je de vragen over de bron hebt proberen te beantwoorden, ga je onderzoeken welke informatie de bron biedt en, wat soms minstens zo belangrijk is, welke informatie ontbreekt. Is dat omdat de maker van de bron niet over meer informatie beschikte of heeft hij of zij misschien bewust bepaalde informatie weggelaten? Heel belangrijk is ook de vraag of je reden hebt om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de bron. Heeft de auteur bijvoorbeeld redenen om de zaken anders voor te stellen dan ze in werkelijkheid waren?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Samenvattend
We hebben verschillende soorten bronnen:
  • Primaire en secundaire bronnen
  • Geschreven en ongeschreven bronnen

Niet elke bron is bruikbaar voor historisch onderzoek en niet elke bron is even betrouwbaar. 

Om de betrouwbaarheid te achterhalen, ga je redeneren over een bron en met een bron. 

Jouw eigen standplaats is bepalend voor hoe je naar een bron kijkt.


Slide 43 - Slide

Redeneren over bronnen

Slide 44 - Slide

Redeneren met bronnen

Slide 45 - Slide

Aan de slag!
Keuze met je buur, of alleen
Je maakt een historische vraag over WOII.
Je gaat zelf met behulp van je laptop 4 bronnen zoeken over de Tweede Wereldoorlog. Je zorgt ervoor dat je minstens 1 keer een ongeschreven/ geschreven/ primaire/ secundaire bron hebt.  Je schrijft van elke bron welke soort bron deze is. EN 
je redeneert over en met elke bron.
Je plakt de bronnen in Word samen met je uitleg en je laadt dit op in de uploadzone van Smartschool.

timer
10:00

Slide 46 - Slide