H3 par. 3.3 Leven op het platteland

Memo
H3. De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
Basis 3 Leven op het platteland
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Memo
H3. De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
Basis 3 Leven op het platteland

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Wat waren de gevolgen van het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk?
  • Waarom stonden kleine boeren hun grond af aan een grotere boer?
  • Waaruit bestond een domein?
  • Wat zijn herendiensten?
  • Wat waren verplichtingen van horigen tegenover hun heer?
  • Wat zijn voorrechten van een heer?

Slide 2 - Slide

Onveilige tijd
  • Tijdens de volksverhuizingen plunderden Germaanse volken steden in het West-Romeinse Rijk: onveilig.
  • Op de wegen tussen de steden was het ook niet veilig: oorlogen en rondzwervende rovers.
  • Wegen werden niet meer onderhouden: handel verdween.
  • Veel mensen vertrokken naar het platteland: veiliger en meer voedsel.

Slide 3 - Slide

Wat zijn de gevolgen van het verdwijnen van het West-Romeinse Rijk? Noem er 1
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Platteland 
  • Om veilig op het platteland te kunnen wonen, zochten veel kleine boeren bescherming bij een grotere boer in de buurt.
  • In ruil voor die bescherming moesten de kleine boeren hun grond afstaan aan de machtige boer.
  • Zo kregen sommige boeren veel grond in bezit: ze werden heer van een domein. 
  • De boeren werden horigen.

Slide 5 - Slide

Domein
  • Bestond uit:
  • (versterkte) boerderij van de heer
  • huizen van boeren
  • een kerk
  • landbouwgrond
  • bossen
  • soms een werkplaats of een molen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Domein
  • 2 delen:
  • Een deel van de grond gebruikte de heer zelf.
  • Op het andere deel woonden boeren die in dienst waren van de heer: horigen.

Slide 8 - Slide

Horigen
  • Waren niet vrij.
  • Mochten niet zonder toestemming van de heer van het domein af.
  • Pacht betalen voor gebruik van het land.
  • herendiensten verrichten. 

Slide 9 - Slide

Herendiensten
  • een of twee dagen per week op het land van de heer werken, bijv. ploegen.
  • hoeve van de heer onderhouden, bijv. hek repareren.

Slide 10 - Slide

Hofstelsel
Dit hele stelsel van heren, horigen en herendiensten noemen we het hofstelsel.

Alles draaide om het hof (de hoeve) van de heer.

Slide 11 - Slide

Vrije boeren
  • Niet alle boeren waren horigen geworden.
  • Sommige boeren waren nog vrij.
  • Zij hadden eigen grond.
  • Als vrije boer moest je verplicht meevechten in het leger van de koning.
  • De wapens moest jezelf betalen.

Slide 12 - Slide

Voorrechten
  • Rechten die een ander niet heeft.
  • Heren hadden voorrechten.
  • Zij hoefden een belasting betalen aan de kerk.
  • En beslisten of een horige mocht trouwen/ domein mocht verlaten.

Slide 13 - Slide

Wie was de baas van een domein?
timer
0:20
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer

Slide 14 - Quiz

Waaruit bestond een domein?
timer
0:20
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 15 - Quiz

Wat hoort niet bij het hofstelsel:
timer
0:20
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 16 - Quiz

Hoe noemen we de klusjes die de horige moest doen voor de landheer?
timer
0:20
A
slavenarbeid
B
pacht
C
klusjes
D
herendiensten

Slide 17 - Quiz

Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.

Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
timer
0:20
A
Een horige
B
Een heer

Slide 18 - Quiz

Wat zijn herendiensten?
timer
0:20
A
Zo af en toe eens op bezoek gaan bij de heer
B
Klusjes doen voor de heer of het klooster
C
Gratis op het land van de heer wonen
D
Bescherming geven aan de horigen

Slide 19 - Quiz

Deze boer moest veel herendiensten doen en mocht niet van het domein af:
timer
0:20
A
Horige boer
B
Vrije boer

Slide 20 - Quiz

Welke plicht had een vrije boer?
timer
0:20
A
In oorlogstijd op het land van de koning werken
B
In oorlogstijd in het leger van de koning vechten

Slide 21 - Quiz

Heren hadden voorrechten.
Noem er 1
timer
1:00

Slide 22 - Open question

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 23 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 24 - Open question

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 3.3  lezen  en daarna maak je de opdr. van par. 3.3 tot de toepassingsopdracht.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken. Daarna werk je de leerdoelen uit van par. 3.3. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 25 - Slide