Samenvatting H5 geluid

Hoofdstuk 5 Geluid
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 Geluid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H5.1 "geluid maken en ontvangen"

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Geluid maken en ontvangen
Geluid wordt geproduceerd door trilling

Trilling van de geluidsbron --> 
lucht of een andere tussenstof wordt in beweging gebracht  --> 
als de trilling jouw oor of een andere ontvanger bereikt herken je dat als geluid 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De snelheid van geluid.
geluidssnelheid
Geluidssnelheid: de snelheid waarmee het geluid zich verplaatst, deze is afhankelijk van de tussenstof.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Je kunt de snelheid berekenen
in m/s en km/h.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geluid maken en ontvangen
Geluid kan ook terugkaatsen

Daardoor hoor je het geluid soms twee keer
Dit noemen we echo

Omdat het geluid dat terugkaatst een langere weg aflegt hoor je deze altijd later

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is de geluidssnelheid in lucht?

A
323 m/s
B
333 m/s
C
343 m/s
D
353 m/s

Slide 8 - Quiz

Antwoord te vinden in bron 6 op blz. 92 van het leerboek.
De geluidssnelheid is het grootst in?

A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Emily is een op afstand bestuurbare reddingsboei. De kustwacht gebruikt deze reddingsboei om zwemmers in nood uit het water te halen. Hierbij wordt een geluidssignaal uitgezonden dat later door een sensor wordt opgevangen. Bij een test in een zwembad met zoet water meet de sonar een tijdsverschil van 0,05 seconde tussen zenden en ontvangen.
Bereken de afstand tussen de sonar en de zwemmer.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

De test wordt herhaald in een bad met zeewater.
Vergelijk de resultaten in zoet water met die in zout water.
De snelheid van geluid in zeewater is
A
gelijk aan de snelheid van geluid in zoet water
B
groter dan de snelheid van geluid in zoet water
C
kleiner dan de snelheid van geluid in zoet water

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het door de sonar gemeten tijdsverschil is in zeewater
A
gelijk aan het gemeten tijdsverschil in zoet water
B
groter dan het gemeten tijdsverschil in zoet water
C
kleiner dan het gemeten tijdsverschil in zoet water

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Toonhoogte

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De oscilloscoop
De Oscilloscoop is een natuurkundig meetinstrument waarmee je een geluidsgolf zichtbaar kunt maken.

Het beeld van een oscilloscoop moet je kunnen aflezen.

Met de oscilloscoop kun je de trillingstijd (T) bepalen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De oscilloscoop
Op een oscilloscoop stel je de tijdschaal in. 

De oscilloscoop hiernaast is ingesteld op 5ms/div. 
Dat betekent 5 milliseconde per vakje.

Een volledige trilling duurt hier dus 10 ms. 
Let op bij het aflezen van de trilling dat je een volledige trilling neemt, dus de lijn is een keer helemaal naar boven en een keer helemaal naar beneden geweest.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

frequentie, trillingstijd & symbolen
-De trillingstijd is de tijd waarin een trilling 1 keer voorkomt. 
-De frequentie is het aantal trillingen per seconde. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Toonhoogte van een snaar

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welk begrip zegt iets over de toonhoogte?
A
Amplitude
B
Frequentie
C
Decibel

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke grootheid zegt iets over de toonhoogte?
A
Amplitude
B
Frequentie
C
Decibel
D
Hertz

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Welke van deze 2 afbeeldingen heeft de grootste toonhoogte?
A
links
B
rechts

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke diagram hoort bij deze toonhoogte?
A
B

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de frequentie van het signaal in de afbeelding in kHz. Noteer eerst de trillingstijd van het signaal.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Vergelijk het signaal bij microfoon 1 met het signaal bij microfoon 2.
De frequentie bij microfoon 2 is
A
gelijk aan de frequentie bij microfoon 1
B
groter dan de frequentie bij microfoon 1
C
kleiner dan de frequentie bij microfoon 1

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ultrasoon geluid?
A
een heel hard geluid
B
een heel hoog geluid
C
een heel laag geluid
D
een heel zacht geluid

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Amplitude en geluidssterkte
Als je het geluid als golf weergeeft staat de amplitude voor de geluidssterkte.

Hoe hoger de amplitude des te harder is het geluid

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geluidssterkte

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Pijngrens en gehoordrempel

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met Decibel


Als geluidsenergie verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met 3 dB


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

De amplitude bij microfoon 2 is
A
gelijk aan de amplitude bij microfoon 1
B
groter dan de amplitude bij microfoon 1
C
kleiner dan de amplitude bij microfoon 1

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens een testrit met een auto is langs de testbaan een geluidsniveau van 79 dB gemeten. Het rolgeluid van autobanden mag niet meer dan 70 dB zijn. Bereken hoeveel keer het geluid harder is dan toegestaan. Schrijf de berekening op.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Het geluidsniveau van een hybride auto is bij een snelheid van 25 km/h voor een voetganger te vergelijken met boomblaadjes in de wind. Bij een gewone auto is het geluid te vergelijken met een rustig gesprek.
Welk geluidsniveau (in dB) hoort de voetganger als de hybride auto nadert?
Gebruik de tabel ‘Gehoorgevoeligheid’ in Binas.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Welke grootheid verandert als een luidspreker meer geluid maakt?
A
amplitude
B
frequentie
C
trillingstijd

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Een luidspreker produceert op een bepaald moment een geluidsniveau van 40 dB. Bepaal hoe groot de frequentie van de luidspreker ten minste moet zijn om gehoord te worden.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

hst 5.4 "geluid versterken"

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Microfoon
Dynamische microfoon

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Dynamische microfoon

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Dynamische microfoon
Als een dynamische microfoon geluid opvangt, wordt er tussen de uiteinden van de spoel een wisselspanning opgebouwd. 

De wisselspanning die de microfoon levert, bevat informatie over het geluid. De frequentie (Hz) van de wisselspanning geeft aan hoe hoog het geluid is. De amplitude (dB) van de wisselspanning geeft aan hoe hard het geluid is. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

De luidspreker

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel van de luidspreker wordt een elektromagneet?
A
de permanente magneet
B
de conus
C
de spoel

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Een luidspreker is een geluidsbron.
Wat trilt er bij een luidspreker als hij geluid maakt?
A
de conus
B
de stembanden
C
de snaren
D
het trommelvlies

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Geluidshinder
Geluidshinder is last hebben van geluid.  
Je kunt een aantal maatregelen nemen om geluidshinder te voorkomen. 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Maatregelen tegen geluidshinder

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Dit kan op verschillende manieren
  • Isoleren (absorberen) --> zacht materiaal
  • Wegkaatsen --> geluidsschermen
  • Minder geluid maken

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Om aan het toegestane geluidsniveau te voldoen, worden voorstellen gedaan voor het aanpassen van een auto.
Welk voorstel kan bijdragen aan het verminderen van het gemeten rolgeluid langs de testbaan?
A
de binnenkant van de motorkap isoleren
B
de wielen afdekken
C
de cabine isoleren
D
een spoiler onder de neus van de auto aanbrengen

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

De afstandsmeter zendt tijdens een afstandsmeting een geluidssignaal uit. Even later vangt de afstandsmeter het weerkaatste signaal op. Met het tijdverschil bepaalt de afstandsmeter de afstand.
Waarom werkt de afstandsmeter niet goed als deze gericht wordt op een zachte muur?

Slide 49 - Open question

This item has no instructions