Argumenten, feiten en meningen

De kunst van argumenten, meningen en feiten!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De kunst van argumenten, meningen en feiten!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je:
argumenten, meningen en feiten herkennen en het verschil benoemen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over argumenten, meningen en feiten
?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn argumenten, meningen en feiten?
Argumenten zijn redenen die worden gebruikt om een standpunt/mening te ondersteunen. 
Signaal woorden:
omdat, daarom en dergelijke
Meningen zijn persoonlijke overtuigingen. Signaalwoorden:
naar mijn mening, ik vind, mijns inziens 
Feiten zijn controleerbare  informatie.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een winkelwagen kost ongeveer €200,-
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een winkelwagen is handig, ook als je weinig boodschappen nodig hebt.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een winkelwagen is verplicht omdat er dan minder gestolen wordt.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het belang van argumenten, meningen en feiten
Het herkennen van deze argumenten en meningen helpt bij het begrijpen van de boodschap van de andere persoon/ collega/leerkracht etc. maar ook het vormen van  je eigen standpunt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

 Verschillende standpunten
Joost Klein mocht niet meedoen aan de finale van het Eurovisie Songfestival. (feit!) Wat is jouw standpunt/ mening hierover?
Noem ook een argument voor je standpunt/mening.

ps: omdat ik het stom vind is geen goed argument. Probeer een serieus argument onder woorden te brengen/

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Meningen/standpunten, feiten  helpen jou om  in te schatten waarom een ander iets vind.

Argumenten van een ander helpen jou om zelf een mening/standpunt te vormen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is jullie mening?
Er komen random stellingen voorbij, wat vind jij hiervan en kun jij je mening onderbouwen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ouders mogen hun kind ten alle tijden volgen met een tracker.
A
Eens
B
C
D
Oneens

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Alle lantaarnpalen moeten 's nachts gewoon uit.
A
B
Eens
C
Oneens

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In restaurants moet (kraan) water voor iedereen gratis worden
A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Energiedrankjes moeten verboden worden.
A
B
Oneens
C
Eens

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Rokers hebben langere pauzes nodig dan niet rokers.
A
B
C
Eens
D
Oneens

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Stagiaires moeten alleen maar de "rot" klusjes doen.
A
Eens
B
C
D
Oneens

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb het recht om later te beginnen als ik moeite heb met inslapen en opstaan
A
B
Oneens
C
Eens

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een helm op een fatbike is een goed idee.
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het brommercertificaat moet ook eerder gehaald kunnen worden dan 16 jaar.
A
Eens
B
C
D
Oneens

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Dit was een leerzame les.
A
Eens
B
C
Oneens

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 2
dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.