Vraagzinnen in de Present Simple

Vraagzinnen in de Present Simple
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vraagzinnen in de Present Simple

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je vraagzinnen maken in de Present Simple.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over vraagzinnen in de Present Simple?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de Present Simple?
De Present Simple wordt gebruikt voor gewoontes, routines en feiten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vorm van vraagzinnen
Om een vraagzin te maken, plaats je het hulpwerkwoord 'do' vóór het onderwerp en gebruik je de stam van het werkwoord.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
He goes to school. -> Does he go to school?
My mother cooks dinner -> Does my mother cook dinner?
I walk to my friend -> Do I walk to my friend?
The kids take the bus -> Do the kids take the bus?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oefening 1
Vorm vraagzinnen met de gegeven woorden: 

I / play / football.
He / watches / a movie
You / are / strong
She / is / beautiful


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oefening 2
Vorm vraagzinnen met de gegeven woorden: 

They / watch / TV / after work
We / visit / our friend Jack / every week
This tree / is / 500 years / old
My wife / drives / a nice car

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vraagzinnen in de Present Simple worden gevormd door het hulpwerkwoord "do" of "does" vóór het onderwerp te plaatsen en de stam van het werkwoord te gebruiken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 13 - Link

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions