What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
present simple + voegwoorden
WELCOME
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
WELCOME
Slide 1 - Slide
Present Simple (=Heden)
Slide 2 - Slide
Present simple
Gebruik je bij dingen die altijd, vaak of nooit gebeuren
(tegenwoordige tijd)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
SHIT rule
S
H
IT
=
S
he,
H
e,
It
She, He and It krijgen in de tegenwoordige tijd een "-s" achter het werkwoord. Kijk maar:
I jump
You jump
She/He/It jump
s
We jump
Slide 5 - Slide
I ______ (to walk) to school every day.
Slide 6 - Open question
My brother ______(to ride) his bike to work.
Slide 7 - Open question
Do you _____ ( to like) chocolate?
Slide 8 - Open question
My parents ____ (to watch) the news every morning.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Wat is er fout aan deze zin:
Does he drinks?
Slide 11 - Open question
Let op! Schrijf de -s maar 1x!
D
oes he drink
s
?
Does she drink
s
?
Does It drink
s
?
Doe
s
he drink?
Doe
s
she drink?
Doe
s
It drink?
Bij vraagzinnen staat al een
-s
in het woordje
does
.
Je schrijft hier dus
geen s
achter het hele werkwoord.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
? You like dogs.
Slide 14 - Open question
? I have three cats.
Slide 15 - Open question
Present simple van 'to be'
Slide 16 - Slide
I ___ (to be) happy.
Slide 17 - Open question
____ (to be) your mother a good cook?
Slide 18 - Open question
You _____ (to be - not) a very good singer.
Slide 19 - Open question
present simple van 'to have got'
Slide 20 - Slide
She _____ (to have got) a horse.
Slide 21 - Open question
_____ you ____ a pen I could borrow? (have got)
Slide 22 - Open question
She ________ her books with her. (to have got - not)
Slide 23 - Open question
Wat zijn
voegwoorden
?
Slide 24 - Slide
Voegwoorden
Voegwoorden verbinden zinnen of delen van zinnen met elkaar. (je maak van twee zinnen --> een zin)
I love playing tennis,
but
I can’t today.
Wat er staat wordt duidelijker dankzij voegwoorden.
Slide 25 - Slide
I want to go out, ( and / but / or) I don’t have any money.
A
and
B
but
C
or
Slide 26 - Quiz
I like coffee .... my friend prefers tea.
A
and
B
but
C
or
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
Present Simple Q & N
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Kt2 1.5 present simple + voegwoorden
October 2022
- Lesson with
48 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
January 2023
- Lesson with
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Week 9
September 2024
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Present Simple vs Present Continuous 1
September 2024
- Lesson with
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tegenwoordige Tijd: -S / Do-Does / Don't -Doesn't
November 2020
- Lesson with
42 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Recap: Tegenwoordige Tijd: -S / Do-Does / Don't -Doesn't
February 2022
- Lesson with
43 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1