This lesson contains 18 slides, with text slides.
niet symmetrisch
skelet van hoornvezel
(beetje als je nagel)
zit vast op de bodem van de zee
Tweezijdig symmetrisch
veelzijdig symmetrisch
geen skelet
leven in water
vangen hun prooi met tentakels
inwendig skelet (kalk)
huid= stekels of knobbels
bodem van de zee
tweezijdig symmetrisch
lichaam lang en dun
allemaal tweezijdig symmetrisch
skelet = pantser
insecten (6 poten)
spinnen (8 poten)
kreeftachtigen (10 poten)
veelpotigen
En deze delen we ook in!
inwendig skelet