Paragraaf 1.1 SI stelsel

WELKOM

1 / 23

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM

Slide 1 - Slide

Regels tijdens de les.

- Als ik praat ben je stil

- Bij binnenkomst zit je startklaar (aan lessonup kun je zien waar we zijn).

- Einde les wordt door mij bepaald.

- Werkwijze dit jaar.

- SE / Toetsen / Practica / KeCo.

Slide 2 - Slide

Paar spelregels

- Boek, schrift (A4 ruit), Binas, schrijfmateriaal, geodriehoek, potlood, daarnaast ook je laptop.

- De laptop blijft dicht voor lessonup gebruiken we alleen de laptop (geen mobiel !)

- HW wordt in het schrift gemaakt, op een paar uitzonderingen na (voorkennistoets,). Nakijken kan online.

Slide 3 - Slide

Planning

- Plattegrond maken (dit is dus ook je vaste plek).

- Inschrijven online omgeving: 987973

- Maken Voorkennis toets H1 op je laptop dus niet je mobiel!

15 minuten.

(eventueel)

- Korte uitleg paragraaf 1.1

- Evt opstart KeCo.

Slide 4 - Slide

Les 2 Paragraaf 1.1

Leerdoelen:

- De begrippen grootheid en eenheid kennen.

- Werken met Binas

- Voorvoegsels + wetenschappelijke notatie.

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 1.1

Grootheden en Eenheden

Slide 6 - Slide

Grootheden en eenheden

Vind je in Binas tabel 3,4 en 5.

BiNaS mag je gebruiken bij toetsen / practica en SE's

Slide 7 - Slide

Grootheden en Eenheden

AANTEKENINGEN!

Grootheid: iets wat je kunt meten

Eenheid: geeft een getal betekenis (zet je dus altijd achter het getal)

Slide 8 - Slide

Voorbeeld

m = 89 kg

m is het symbool voor de GROOTHEID massa

89 is de MEETWAARDE

k is het symbool voor het VOORVOEGSEL kilo

g is het symbool voor de EENHEID gram

Voorvoegsels vind je in tabel 2 van BiNaS.

Slide 9 - Slide

Grootheden en Eenheden

Het internationale eenhedenstelsel (SI-stelsel):

Universeel en herkenbaar.

Slide 10 - Slide

rekenen met machten van 10

10^{​ 2 ​ ​} = 10 \cdot 10

10^{​ 3 ​ ​} \cdot 10^{​ - 4 ​ ​} = 10^{​ - 1 ​ ​}

10^{​ - 2 ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ^{​ 2 ​ ​} ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ^{​ - 1 ​ ​} ​} = 10^{​ 1 ​ ​}

Aantekeningen

Slide 11 - Slide

Rekenen met eenheden

m^{​ - 2 ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ m ^{​ 2 ​ ​} ​}

m^{​ 3 ​ ​} = m \cdot m \cdot m

Aantekeningen

Slide 12 - Slide

Eenheid afleiden

[v] = [\frac{​ s ​ ​}{​ t ​}] = \frac{​ [ s ] ​ ​}{​ [ t ] ​} = \frac{​ m ​ ​}{​ s ​} = m \cdot s^{​ - ​ ​} 1

v = \frac{​ s ​ ​}{​ t ​}

Aantekeningen

Slide 13 - Slide

Vragen bij 1.1 10 min. stilte

1. Zoek in Binas op de eenheid van energie (tabel 4).

2. In Binas tabel 5 zie je elektronvolt staan, hoeveel Joule is dit?

3. Stel je hebt reken dit om naar Elekronvolt.

4. Schrijf 1000 meter met een voorvoegsel voor de eenheid.

5. Schrijf 1000 meter in de wetenschappelijke notatie.

VRAGEN OVERNEMEN.

3, 2 \cdot 10^{​ - 19 ​ ​} J

Slide 14 - Slide

Antwoord op de leerdoelen?

Leerdoelen:

- De begrippen grootheid en eenheid kennen.

- Werken met Binas

- Voorvoegsels + wetenschappelijke notatie.

Slide 15 - Slide

Les 3

- Afrondende quiz 1.1

Je hebt ook een schrift / Binas / Rekenmachine nodig. dus graag startklaar zitten.

Slide 16 - Slide

Waar staat het voorvoegsel k voor?

10^2

10^3

10^4

Slide 17 - Quiz

Wat is de eenheid die hoort bij
de grootheid temperatuur?

Celsius

Graden Celsius

Temperatuur

Warmte

Slide 18 - Quiz

vereenvoudig de volgende eenheid:

\frac{​ m ^{​ 2 ​ ​} \cdot k g ^{​ - 3 ​ ​} ​ ​}{​ m \cdot k g ^{​ - 1 ​ ​} ​}

m^{​ 3 ​ ​} \cdot k g^{​ - 4 ​ ​}

m \cdot k g^{​ - 4 ​ ​}

m^{​ 3 ​ ​} \cdot k g^{​ - 2 ​ ​}

m \cdot k g^{​ - 2 ​ ​}

Slide 19 - Quiz

Herschrijf de formule E=mgh naar h = .....

h = E \cdot m \cdot g

h = E \cdot \frac{​ g ​ ​}{​ m ​}

h = E \cdot \frac{​ m ​ ​}{​ g ​}

h = \frac{​ E ​ ​}{​ m \cdot g ​}

Slide 20 - Quiz

Herleid de onderstaande formule
naar m. Dus m = .....

E = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

m = 2 \frac{​ E ​ ​}{​ v ^{​ 2 ​ ​} ​}

m = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \frac{​ E ​ ​}{​ v ^{​ 2 ​ ​} ​}

m = \frac{​ 2 ​ ​}{​ E \cdot v ^{​ 2 ​ ​} ​}

m = 2 E \cdot v^{​ 2 ​ ​}

Slide 21 - Quiz

Herleid de onderstaande formule
naar v.

E = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

v = \sqrt ​ 2 E \cdot m ​ ​ ​

v = \sqrt ​ \frac{​ E ​ ​}{​ 2 m ​} ​ ​ ​

v = \sqrt ​ 2 \frac{​ E ​ ​}{​ m ​} ​ ​ ​

v = 2 E \cdot \sqrt ​ m ​ ​ ​

Slide 22 - Quiz

Stel je haalt een 6 voor natuurkunde. Tussen welke grenzen ligt dit cijfer?
(introductie vraag 1.2)

Tussen 5 en 7

Tussen een 6,1 en 5,9

Tussen 6,05 en 5,95

Tussen 5,5 en 6,5

Slide 23 - Quiz

Paragraaf 1.1 SI stelsel

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Quiz

More lessons like this

Grootheden en eenheden

4V les1 Paragraaf 1.1 en 1.2

Paragraaf 1.1 SI stelsel

4H les 1 & 2 Paragraaf 1.1 & 1.2

1.1 Het SI

1.1 Bewegingen vastleggen

4havo 1.1

1.1 Bewegingen vastleggen