What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.5 Reserveren
Hoofdstuk 3: Geld over en te kort
Paragraaf 5: Reserveren
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 3: Geld over en te kort
Paragraaf 5: Reserveren
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Herhaling 3.4
-Uitleg 3.5
Slide 2 - Slide
3.4 Weet je het nog?
Begrippen:
Hoe kun je een geld te kort opvangen?
Lening
Bezuinigen
Slide 3 - Slide
3.5 Kennen / kunnen
Begrippen:
Reserveren
Duurzame consumptiegoederen
Verbruiksgoederen
Restwaarde (en formule restwaarde)
Slide 4 - Slide
Zorgen voor een reserve
Reserve = spaargeld om duurzame consumptiegoederen mee te vervangen.
Reserveren is een ander woord voor sparen.
Slide 5 - Slide
Reservering per maand
Stel: je wil een nieuwe scooter kopen van € 400.
Deze gaat vier jaar (=48 maanden) mee. Na vier jaar wil je weer een nieuwe kunnen kopen.
Dan moet je reserve dus met € 400 zijn aangevuld.
Hoeveel moet je hiervoor elke maand reserveren?
Slide 6 - Slide
Restwaarde
Je wil na twee jaar een andere spelcomputer.
De spelcomputer die je had, doet het nog en kun je dus verkopen. Dat is de
restwaarde
.
Slide 7 - Slide
Restwaarde
Je wil na twee jaar een andere spelcomputer.
De spelcomputer die je had, doet het nog en kun je dus verkopen. Dat is de
restwaarde
.
Als de restwaarde hoog is, hoef je zelf minder te reserveren. Dus probeer zoveel mogelijk te vragen op bijv. marktplaats.
Slide 8 - Slide
Meevallers en tegenvallers
- de nieuwprijs is hoger of lager dan verwacht.
- de gebruiksduur is langer of korter dan verwacht.
- de restwaarde is hoger of lager dan verwacht.
Slide 9 - Slide
Rekentrainer paragraaf 3
Uitrekenen gemiddelde per maand.
Je inkomsten in 5 maanden zijn: € 125, € 235, € 75, € 310
Hoeveel is dit gemiddeld per maand?
Slide 10 - Slide
Rekentrainer paragraaf 3
Uitrekenen gemiddelde per maand.
Je inkomsten in 5 maanden zijn: € 125, € 235, € 75, € 310
Hoeveel is dit gemiddeld per maand?
Alles bij elkaar optellen: 125 + 235 + 75 + 310 = € 745
Slide 11 - Slide
Rekentrainer paragraaf 3
Uitrekenen gemiddelde per maand.
Je inkomsten in 5 maanden zijn: € 125, € 235, € 75, € 310
Hoeveel is dit gemiddeld per maand?
Alles bij elkaar optellen: 125 + 235 + 75 + 310 = € 745
Delen door het aantal maanden: € 745 : 5 = € 149
Slide 12 - Slide
Tips voor de toets:
- leer de samenvattingen
- leer de begrippen (zorg dat je ze begrijpt!)
- laat je overhoren
- oefen de rekentrainers
- bestudeer de opdrachten die je moeilijk vond
Slide 13 - Slide
Reserveren is hetzelfde als sparen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Een productieband kost € 75.000 en naar verwachting gaat deze 6 jaar mee. De restwaarde is dan nog € 6.000.
Bereken de jaarlijkse afschrijving
A
€ 12.500
B
€ 69.000
C
€ 11.500
Slide 15 - Quiz
Hoe hoger de restwaarde,
hoe ........... je moet reserveren.
A
meer
B
minder
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van verbruiksgoederen
A
iPad
B
wasmachine
C
een servies
D
haarlak
Slide 17 - Quiz
More lessons like this
3B - 3.5
December 2022
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
05. B3.5 Reserveren (2-12-24)
October 2024
- Lesson with
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3K - 3.4
December 2022
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3.5 Reserveren
January 2024
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 5
14 days ago
- Lesson with
39 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 5
28 days ago
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 5
July 2023
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 5
September 2024
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3