K3 H4 Woordsoorten

H4 woordsoorten
Log alvast in!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4 woordsoorten
Log alvast in!

Slide 1 - Slide

Vorige les
Woordenschat

Nog vragen?

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je kunt de onderstaande woordsoorten benoemen:
- Werkwoorden
- Zelfstandig naamwoorden
- Bijvoeglijk naamwoorden
- Lidwoorden
- Voorzetsels

Slide 3 - Slide

Lidwoord
De, het, een

Slide 4 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Woord voor een mens, dier, ding, plant of naam

Je kunt er een lw voor zetten.

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Zegt iets over een zn

Stoffelijk bn --> zegt waarvan iets gemaakt is.
Steen, stof, goud

Slide 6 - Slide

Werkwoord (ww)
- Zegt wat iemand doet
- Elke zin heeft ten minste 1 werkwoord

Slide 7 - Slide

Voorzetsels (vz)
‘Kastwoorden’ ​

Je kunt ze voor de kast of voor de vakantie zetten.​


Wij gaan op vakantie.​
Ik zit achter de kast

Slide 8 - Slide

Zoek de werkwoorden en lidwoorden in de zin:

Zin: Een foto van mijn moeder ligt in de lade.
A
Werkwoord: Ligt Lidwoord(en): Een
B
Werkwoord: Ligt Lidwoord(en): Een, de
C
Werkwoord: Ligt Lidwoord(en): De
D
Werkwoord: Foto Lidwoord(en): Een, de

Slide 9 - Quiz

Dansen, fietsen, bewegen
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Op, in, naast, voor, achter
Utrecht, Martijn, stoel, hond
Het staat vóór het zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijknaamwoord
Lidwoord

Slide 10 - Drag question

Benoem de zelfstandig naamwoorden (ZN) en bijvoeglijk naamwoorden (BN):

Zin: In de gouden koets zit een mooie vrouw.
A
ZN: vrouw BN: gouden
B
ZN: koets, vrouw BN: gouden
C
ZN: koets, vrouw BN: gouden, mooie
D
ZN: koets BN: gouden, mooie

Slide 11 - Quiz

Maken
H4 woordsoorten: opdracht 1 t/m 5

Slide 12 - Slide

Uitleg/theorie in het kort

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video