This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Banken
Verzekeren
HERHALING
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen deze les?
Welkom
Doelen van deze les
Herhaling sommen --> let op huiswerk
Hoe leer je voor de TW?
Oefen met begrippen voor de TW
Aan de slag -- huiswerk rekenblad
Afsluiting van de les
Slide 2 - Slide
Doelen van deze les
Je hebt verzekeringssommen geoefend.
Je hebt nagedacht over hoe je voor je toets kunt leren.
Je weet wat de doelen voor de toets zijn en waar je ze kunt vinden.
Je hebt geoefend met de begrippen uit de 2 periodedoelen.
Slide 3 - Slide
Voor het verzekeren van een fiets betaal je €93,-- premie en €6,50 poliskosten. De assurantiebelasting is 21%. Bereken de verzekeringskosten. Schrijf je berekening op.
Slide 4 - Open question
Een huiseigenaar verzekert zijn inboedel voor €37.000,--. De werkelijke waarde is €49.000,--. De schade van een keukenbrand is €12.000,--. Er is hier sprake van ....
A
onderverzekering
B
oververzekering
Slide 5 - Quiz
Een huiseigenaar verzekert zijn inboedel voor €37.000,--. De werkelijke waarde is €49.000,--. De schade van een keukenbrand is. €12.000,--. Bereken hoeveel de verzekering uit keert.
Slide 6 - Open question
Een autobezitter zit in trede 10. Hoeveel korting krijgt zij? Gebruik de tabel.
A
72,5%
B
75,0%
C
11%
D
12%
Slide 7 - Quiz
lentizonderwijsgroep.sharepoint.com
Slide 8 - Link
lentizonderwijsgroep.sharepoint.com
Slide 9 - Link
abonnementen, verzekeringen, huur, energiekosten
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven
Slide 10 - Quiz
reparatie auto, vakantie, nieuwe fiets.
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven
Slide 11 - Quiz
Je ontvangt rente op je spaargeld.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen
Slide 12 - Quiz
Je webshop maakt winst. De winst is voor de eigenaar van de webshop.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen
Slide 13 - Quiz
Voor je zorgverzekering ontvang je zorgtoeslag als je een laag inkomen hebt
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
De schuine lijn in de Lorenzcurve betekent:
A
dat de inkomens ongelijk verdeeld zijn
B
Dat de inkomens gelijk verdeeld zijn.
Slide 16 - Quiz
Hoe dikker de "buik" van de curve des te
A
gelijker de inkomens verdeeld zijn
B
ongelijker de inkomens verdeeld zijn.
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Mensen met een hoog inkomen betalen ook in % meer belasting dan mensen met een laag inkomen. Hierdoor gaan inkomens ...
A
nivelleren
B
denivelleren
Slide 19 - Quiz
Aan de slag
Het huiswerk voor morgen voor klas 3 (dus ook voor de klassen van Mw. Mouton). Huiswerk wordt gecontroleerd!