2.5 voedselbederf en 2.6 Voeding en vertering bij zoogdieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Noteer in je agenda

Huiswerk voor donderdag 19/12

Lezen basisstof 6

Maken opdrachten basistof 6

Multi voor donderdag 19/12

Maken test jezelf basisstof 5 en 6

Proefwerk thema 2 basisstof 1 t/m 6

Donderdag 9 januari 

Thema 2

2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

2.2 - Het verteringsstelsel

2.3 - De organen voor vertering

2.4 - Gezonde voeding

2.5 - Voedselbederf

2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren

Leerdoelen

BS 5 Aan het einde van de les kunnen leerlingen manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

BS 6 Ik kan bij zoogdieren het verband noemen tussen voedselkeuze, lengte van het darmkanaal en kenmerken van het gebit

Voedselvergiftiging

Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten

Tasten dunne darm aan

Conserveren

 Voedingsmiddelen behandelen waardoor ze langer houdt bij zijn

Micro-organismen:
vocht, warmte en zuurstof

Invriezen: -30 graden

Drogen: water onttrekken

Pasteuriseren: tot 72 graden verhitten, niet alles dood

Steriliseren: tot 130-140 graden, wel alles dood

Vacuüm verpakken: lucht eruit

Gasverpakken: geen lucht maar een mengsel van gassen

Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet

Doorstralen: radioactieve stralen

Additieven

Stoffen die aan voedingsstoffen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijke te maken.

Basisstof 6 voeding en vertering bij zoogdieren

Wie eet wat?

Planteter: eet alleen planten.
Bv. een konijn

Vleeseter: eet alleen dieren.
Bv. een vos

Alleseter: eet planten en dieren.
Bv. een koolmees. 

herbivoor

omnivoor

carnivoor

Verschil herbivoor/carnivoor

Vleeseters         Planteneters             Alleseters

Heb je het leerdoel behaald?

BS 5 Aan het einde van de les kunnen leerlingen manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

BS 6 Ik kan bij zoogdieren het verband noemen tussen voedselkeuze, lengte van het darmkanaal en kenmerken van het gebit

Een vleeseter heet ook wel . . . .

1. Omnivoor
2. Carnivoor
3. Herbivoor
4. Meatball

Een planteneter heeft

1. Plooikiezen
2. Knipkiezen
3. Knobbelkiezen

Een konijn is een planteter, vleesester of een alleseter?

1. Planteter
2. Vleeseter
3. Alleseter

Een kat is een
planteter, vleeseter of
een alleseter?

1. Planteter
2. Vleeseter
3. Alleseter

Planteneter, alleseter of vleeseter?

1. Planteneter
2. Alleseter
3. Vleeseter

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?

1. hoektanden
2. snijtanden
3. knobbelkiezen
4. plooikiezen

Een planteneter heeft een

1. Kort verteringsstelsel
2. Middellang verteringsstelsel
3. Lang verteringsstelsel

Een alleseter heeft

1. plooikiezen
2. knipkiezen
3. knobbelkiezen

Vleeseters hebben

1. plooikiezen
2. knobbelkiezen
3. knipkiezen

Wat is hier de planteneter?

1. konijn
2. uil
3. konijn en uil

Wat voor eter zie je hier?
Hoe heten de kiezen?
En hoe is de lengte van zijn darmkanaal?

1. Alleseter, Plooikiezen, Middellang darmkanaal
2. Planteneter, Plooikiezen, Lang darmkanaal
3. Alleseter, Knobbelkiezen, Middellang darmkanaal
4. Planteneter, Knobbelkiezen, Lang darmkanaal

Aan het werk

Maken: 1 t/m 9

vraag 4 mag je overslaan.

Donderdag is de laatste les voor de toets en vakantie. Wat vinden jullie het meest nuttig om te doen?

1. Herhalen van moeilijke stof van H1 of H2
2. Oefenen met (toets)vragen
3. Zelfstudie (samenvatten, leren)
4. Iets anders

Welke stof (onderwerp) wil je nog herhalen de volgende les?