Les 2: Geschiedenis van de media

Les 2. geschiedenis van de  media
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 2. geschiedenis van de  media

Slide 1 - Slide

Opdracht: Geschiedenis van de media
Je luistert naar de informatie die je krijgt over de geschiedenis van de media. Tijdens het luisteren schrijf je steekwoorden op.

Als je alle informatie gekregen hebt, werk je de informatie uit in een verslag voor je periodeschrift. Het verslag heeft een inleiding, een kern (bestaande uit meerdere alinea's) en een slot. 

Slide 2 - Slide

Woorden:
- De slag bij Marathon
- Acta Diurna
- Stadsomroeper
- Monniken
- Boekdrukkunst
- Johannes Gutenberg
- De verlichting
- De courant
- Nieuwe media
- Informatiemaatschappij
- Globale cultuur




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Oudheid.
Acta diurna
Geïntroduceerd door Julius Ceasar 50 v. Chr

De eerste vorm van nieuwsvoorziening
Maar er was een probleem...

Slide 6 - Slide

Middeleeuwen.
Nieuws van de straat
  • De stadsomroeper verspreidde twee soorten nieuws:
1. actuele nieuwsberichten (op vaste tijden)
2. afzonderlijke nieuwsberichten (als er iets bijzonders was gebeurd)

  • Andere belangrijke bronnen waren: muzikanten en reizende handelaren


500 na Christus tot aan ongeveer 1500.
Don't shoot the messenger

Slide 7 - Slide

Kloosters
Schrijven deden de monniken op perkament. 
 Dat was letterlijk monnikenwerk: zij waren maanden bezig met het overschrijven van de bijbel. 

 Het was erg duur om te maken, daar koop je nu een huis voor.. 
 
In het Latijn
Deze werden gekopieerd en verspreid.

Slide 8 - Slide

De volgende stap?
  • Monniken schreven de bijbel over met de hand.
  • De Duitser Johannes Gutenberg (ca. 1397-1468) vindt de boekdrukkunst uit. 
  • een van de grooste uitvindingen ooit!

middeleeuwen en tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 9 - Slide

Was de impact van de boekdrukkunst gelijk merkbaar?

Slide 10 - Slide

Verlichting
Mensen gingen anders denken omdat meer mensen leerden lezen.

Mensen waren dol op feitjes en weetjes.  
Wetenschap en uitvindingen stond vol in de belangstelling (van vooral de rijkere burgers!)
Nog lang niet iedereen kon lezen.



18e eeuw

Slide 11 - Slide

Beter onderwijs
Mensen hadden: 
  1. beter onderwijs
  2. meer geld 
  3. stemrecht
Zij wilde beter geïnformeerd worden. Het lezen van de krant hielp hierbij.

20ste eeuw

Slide 12 - Slide

Eerste kranten  (1620)
Eerste kranten: bestuurders waren bang dat kranten zouden oproepen zich tegen hen te verzetten. Ze verboden journalisten bepaalde dingen in de krant te schrijven en maakten kranten duur.

1848: Vrijheid van drukpers, persvrijheid en uitingsvrijheid.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Nieuwe economische groei
In de jaren negentig begon de economie weer flink te groeien. Belangrijk was de opkomst van nieuwe media.
Ook het internet kreeg een enorme impact op de maatschappij. 

Nieuwe media: (ook wel digitale media) media die zijn ontstaan na de televisie, zoals internet en mobiele telefonie.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

De huidige informatiemaatschappij

  • Televisie
  • Computer
  • Social media
  • Internet 

Slide 21 - Slide

Informatiemaatschappij
https://schooltv.nl/video/informatiemaatschappij-hoe-laat-de-maatschappij-zich-informeren/#q=informatiemaatschappij

Slide 22 - Slide

De informatiemaatschappij
  • In deze postindustriële samenleving ontstond opnieuw groei. 
  • Door de uitvinding van mobiele telefonie en internet bloeide de welvaart weer op. 
  • Hierdoor werden tweede en derde vakanties normaal.
  • Vliegtuig ontwikkelde zich tot vervoersmiddel voor de massa. 
  • Mobiele telefoon en laptops werden standaarduitrusting. 
  • Het gebruik van elektronische communicatie middelen werden onmisbaar. 

Slide 23 - Slide

Globale cultuur

Slide 24 - Slide

Opdracht: F
De geschiedenis van de media
Je werkt de aantekeningen die je gemaakt hebt uit in een verslag voor jouw periodeschrift.
Jouw verslag bestaat uit een inleiding, een middenstuk met meerdere alinea's (deelonderwerpen) en een slot.
 Het laatste deelonderwerp is 'de huidige informatiemaatschappij'. Beschrijf in deze alinea hoe nieuws tegenwoordig verspreid wordt. Wat heeft dit voor gevolgen? 

Let op formulering, spelling en interpunctie.


De presentatie kun je terugvinden in LessonUp. 

Slide 25 - Slide