This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom bij AK
Boek, schrift en een pen op tafel!
Open je CB en ga naar LessonUp.
Telefoon opgeborgen.
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Planning
Wat gaan we komende weken doen?
Bespreken paragraaf 2.1.
klassikale oefening / zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
Planning komende weken
H2 bespreken (4 paragrafen);
1 SO over de stof die NIET tijdens het veldwerk gebruikt wordt;
Voorbereidingsles veldwerk
Activiteitenweek: Rotterdam!
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
De leerling kan in eigen woorden de begrippen (LB en BB) in eigen woorden omschrijven.
De leerling kent de 5 aardrijkskundige dimensies en kan bij elke dimensie minimaal 3 onderwerpen/begrippen noemen die bij de dimensie passen/horen.
De leerling weet welke kenmerken de twee perioden van stedelijke vernieuwing in de historische binnenstad hebben, en kan zo dus de verschillen benoemen.
De leerling weet wat het concentrisch stadsmodel is, en kan deze koppelen aan de stad Rotterdam
De leerling weet wat compacte stad-beleid is en kan dit aan de hand van een casus beschrijven.
De leerling kan uitleggen waarom relatief weinig mensen in het centrum wonen en waarom vooral hoogbouw in het centrum te vinden is.
Slide 4 - Slide
Zoek op internet een afbeelding over Rotterdam. De afbeelding moet duidelijk maken wat jouw beeld van Rotterdam is, waar jij het eerste aan moet denken.
Slide 5 - Open question
Dimensies: met een andere bril
Ligging
Klimaten
neerslagpatronen
Reliëf
Plantengroei/ vegetatie/ landschap
BBP/BRP
(gemiddeld) inkomen (per capita)
koopkracht
(samenstelling van) beroepsbevolking
Import/exportpakket
analfabetisme
taal
godsdienst
bevolkingsspreiding en dichtheid
bevolkingsgroei (fase in de demografischetransitie)
leeftijdsopbouw
verstedelijking
geboorte- en sterftecijfer
Corruptie
Democratie/ dictatuur
persvrijheid
burgerrechten
Wie heeft de macht?
Samenwerking met andere landen etc.
Slide 6 - Slide
Tussen 2008 en 2021 is de Rotterdamse bevolking met zo'n 70.000 mensen toegenomen
A
Demografisch
B
Sociaal-cultureel
C
Economisch
D
Politiek
Slide 7 - Quiz
De Rotterdamse gemeenteraad worstelt nog steeds met de vraag of en wanneer er ingestemd moet worden met deelname van 40 miljoen euro aan het nieuwe Feyenoordstadion.
A
Fysisch
B
Sociaal-cultureel
C
Demografisch
D
Politiek
Slide 8 - Quiz
Analfabetisme (niet kunnen lezen en schrijven) past bij de volgende dimensie...
A
politiek
B
natuurlijk
C
sociaal-cultureel
D
economisch
Slide 9 - Quiz
De haven van Rotterdam zorgt voor veel werkgelegenheid
A
economisch
B
politiek
C
fysisch
D
demografisch
Slide 10 - Quiz
De haven van Rotterdam zorgt voor veel milieuvervuiling
A
economisch
B
politiek
C
fysisch
D
demografisch
Slide 11 - Quiz
Naam Rotterdam?
Naam?
Rotte (zijrivier van de Maas) en een dam die in 1270 geplaatst is.
Nu?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Historische binnenstad
Oudste deel = historische binnenstad (1e ring). In Rotterdam niet echt aanwezig.
CBD
Stadscentrum, 2e ring (ook wel centrale zakenwijk, CBD) - hier vind je kantoren-, winkel en uitgaansgelegenheid.
Oude woonwijken
Toen de industrie werden er veel 19e eeuwse woonwijken (arbeiderswijken - stadswijken voor WOII) gebouwd aan de rand van het stadscentrum. Dit is de 3e ring.
Na 1920
Aan de rand van de stad liggen de moderne/nieuwe woonwijken. Buiten het stadscentrum is daar meer ruimte voor. Dit is de 4e ring
Regel
Algemene regel: verder van het centrum - steeds meer ruimte. Verder van het centrum, ook steeds meer vermogende mensen
Slide 14 - Slide
Rotterdam 1870-1940
Havens in stadsdriehoek. Na 1870 verdere groei a.g.v. groei industrie Ruhrgebied.
Gevolgen:
Migratie richting Rotterdam vanwege werk. Deze fase heet urbanisatie;
Snel arbeiderswoningen nodig: klein, rijtjeshuizen, weinig voorzieningen en slechte leefomstandigheden.
Slide 15 - Slide
parallel.co.uk
Slide 16 - Link
Bekijk de leeftijd van de gebouwen in de stadsdriehoek. Wat valt je op als je naar de leeftijd kijkt? Waarom is dit zo?
Slide 17 - Open question
Na WOII was de binnenstad volledig verwoest. Stedelijke vernieuwing (opnieuw inrichten van een gebied) was noodzakelijk. Dit staat in het basisplan. Welke functie moeten de gebouwen krijgen?
Slide 18 - Slide
stadsarchief.rotterdam.nl
Slide 19 - Link
Wat valt te zeggen over de nieuwe inrichting? Denk aan: indeling, patroon etc.
Slide 20 - Open question
Welke functie(s) krijgt de bebouwing vooral in Rotterdam?
Slide 21 - Mind map
Na WOII was de binnenstad volledig verwoest. Stedelijke vernieuwing (veranderen ruimtegebruik) was noodzakelijk. Hoe?
Fase 1 (Basisplan):
Doelmatig en snel heropbouwen;
Werken en winkelen (centralezakenwijk), geen historische binnenstad;
Bijna geen woningen (scheiding functies. Industrie en woningen buiten centrum) - cityvorming
Hoe? Opknappen, sloop en nieuwbouw.
Slide 22 - Slide
Urbanisatie, mede door ontwikkeling havens (door groei Ruhrgebied)
1
Tussen 1960 en 1980 vertrokken steeds meer mensen uit de stad. Dit heet suburbanisatie. Mensen wilden meer ruimte, meer groen en er was infrastructuur dus mensen konden heen en weer reizen. Ook bedrijven verlieten de stad door hoge kosten, ruimtegebrek en concurrentie uit lagelonenlanden
Gevolg: leegstand in de stad.
Nodig: herstructurering
2
Re-urbanisatie - mensen gaan terug naar (of blijven in) de stad.
Stad is weer aantrekkelijk door mix van functies: wonen, werken, recreëren.
3
Kop van Zuid jaren '50
Kop van Zuid heden
Slide 23 - Slide
Fase 2: 1980 - heden (herstructurering)
Werken, wonen en vrije tijd moest aantrekkelijker gemaakt worden.
Nieuwe kantoren (commerciële dienstverlening en quartaire sector = niet commercieel), hoogbouw, meer woningen en meer voorzieningen (winkels, horeca)
Woonfunctie verdwijnt steeds meer: werken en winkelen belangrijker - cityvorming
Toepassing van compacte stad-beleid
Stedelijke gebieden moeten compact blijven, om zo de open landschap te behouden en mobiliteit te beperken. Op kleine afstand zijn diverse functies (wonen, werken, recreëren) bij elkaar te vinden. Open ruimten in steden (zoals oude havengebieden) worden volgebouwd.
Slide 24 - Slide
Ruimtegebruik en grondprijzen
Verband tussen grondprijs en afstand centrum/CBD?
Hoe zit dat dan met ruimtegebruik en waarom is die verdeling zo?
Slide 25 - Slide
Methodesite
Vraag 6A en 6B
Zoek op internet (funda.nl) een te koop staande eengezinswoning met tuin in Rotterdam, in de postcodegebieden 3011 (stadscentrum) en 3065. Verklaar met behulp van B168 het verschil in het aantal eengezinswoningen dat er te koop staat.
Zoek ook een appartement in postcodegebied 3011 en 3065. Verklaar met behulp van B168 het verschil in het aantal appartementen dat er te koop staat. Gebruik: funda.nl
timer
7:00
Slide 26 - Slide
De naam Rotterdam is afkomstig van een dam in de rivier de Rotte. Vanuit welke dimensie wordt de naam verklaard?
A
Economisch
B
Politiek
C
Fysisch
D
Demografisch
Slide 27 - Quiz
In welke volgorde vonden onderstaande processen plaats?
A
Suburbanisatie – urbanisatie – re-urbanisatie
B
Urbanisatie – suburbanisatie – re-urbanisatie
C
Urbanisatie – re-urbanisatie – suburbanisatie
D
Re-urbanisatie – suburbanisatie – urbanisatie
Slide 28 - Quiz
Welk deel van de stad is zichtbaar op de foto?
A
Historische binnenstad
B
Oude woonwijk
C
Bedrijvenpark buiten centrum
D
CBD
Slide 29 - Quiz
Wat was het doel van stedelijke vernieuwing in Rotterdam na WOII?
A
Aandacht voor ruime woonwijken
B
Havens uitbreiden
C
Ontwikkelen van werkgebieden
D
Aandacht voor wonen, werken en recreatie
Slide 30 - Quiz
Wat was het doel van stedelijke vernieuwing in Rotterdam in de jaren ‘80 van de vorige eeuw?
A
Woonwijken uitbreiden
B
Havens uitbreiden
C
Meer voorzieningen
D
Aandacht voor wonen, werken en recreatie
Slide 31 - Quiz
Welk begrip staat centraal?
Slide 32 - Open question
Hieronder staan 3 stellingen. 1. Door cityvorming neemt de woningdichtheid toe. 2. Huidige industrieterreinen waar bedrijven zich kunnen vestigen, bevinden zich in of nabij het centrum van een stad. 3. In de wijken die als gevolg van de industrialisatie in Rotterdam werden gebouwd, waren van goede kwaliteit.
Slide 33 - Open question
Aan de slag!
Maken: opgaven par. 2.1.
Antwoord in hele zinnen! Dat moet op een toets ook.
Opgave 4EF en 9A klassikaal
Elke week volgt een controle:
Is alles gemaakt?
Kwaliteit antwoorden op orde? Antwoorden formuleer je aan de hand van je aantekeningen, leerboek en basisboek!