KM1B H5.3

Lesdoel
Ik herken de tekstdoelen informeren, activeren, instrueren en overtuigen.


1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoel
Ik herken de tekstdoelen informeren, activeren, instrueren en overtuigen.


Slide 1 - Slide

Terugblik
  • tekstdoel: wat de schrijver wil bereiken met de tekst.

Slide 2 - Slide

Tekstdoel informeren

Slide 3 - Slide

Tekstdoel informeren
Het doel van de schrijver is de lezer informatie geven.

Voorbeelden informatieve teksten:
  • nieuwsbericht
  • schoolboektekst

Slide 4 - Slide

Tekstdoel amuseren

Slide 5 - Slide

Tekstdoel amuseren
Het doel van de schrijver is de lezer vermaken of plezier laten beleven.
Voorbeelden amuserende tekst:
  • leesboek
  • stripverhaal
  • gedicht
  • liedtekst

Slide 6 - Slide

Tekstdoel instrueren

Slide 7 - Slide

Tekstdoel instrueren
Het doel van de schrijver is uitleggen hoe je iets moet doen. 
Voorbeelden instruerende tekst:
  • een handleiding 
  • een recept 
  • gebruiksaanwijzing

Slide 8 - Slide

Tekstdoel activeren

Slide 9 - Slide

Tekstdoel activeren
Het doel van de schrijver is dat je iets gaat doen. 

Voorbeelden activerende tekst:
  • een (reclame)folder  
  • advertentie

Slide 10 - Slide

Tekstdoel overtuigen

Slide 11 - Slide

Tekstdoel overtuigen
Het doel van de schrijver is dat je het met hem eens wordt.

Voorbeelden overtuigende tekst:
  • een recensie
  • een review 
  • een klachtenbrief
  • een beoordeling van een boek, film, restaurant of hotel. 

Slide 12 - Slide

Maken
Hoofdstuk 5.3 blz. 106 opdracht 2, 5 en 7 t/m 10.

Slide 13 - Slide

Maken hoofdstuk 4.3
Opdr. 1 t/m 8
Opdr. 9, 10 & 12 t/m 14
Opdr. 16 t/m 19
Opdr. 23 t/m 27


Slide 14 - Slide

2a. C
2c. De dierenbescherming
5a. Activeren
5b. Check 't label even!! Als je boodschappen doet.
7a. Reclame/advertentie/ activerende tekst
7b. Titel/plaatje/tussenkopjes
7c. Activeren
7d. De schrijver wil dat je het product gaat kopen.
10a. Ook. Verschillende soorten schoenen.
10b. 2, gewone schoenen en sportschoenen.
10c. Daarna. 1. Schud de schoenen even licht. 2. Trek de schoen daarna aan.

Slide 15 - Slide

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 16 - Quiz


Tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 17 - Quiz


Tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 18 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
activeren

Slide 19 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 20 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
instrueren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 21 - Quiz

tekstdoel: activeren
tekstdoel: amuseren
tekstdoel: informeren
tekstdoel: instrueren
tekstdoel: overtuigen
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
De schrijver wil dat je je vermaakt.
De schrijver wil dat je zijn mening  overneemt.
De schrijver wil dat je leert hoe je iets moet doen.
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Slide 22 - Drag question

Overtuigen
Informeren
Activeren

Slide 23 - Drag question

Afsluiting
  • Huiswerk: les 5.3 opd. 2 + 5 + 7 t/m 10 af
  • Volgende les: les 5.3 - herhalen

Slide 24 - Slide

nakijken
17a. Goalball - titel       17b. uitleg over de sport     17c. informeren
18a. 1 Wat is goalball?  2 Wat zijn de spelregels?     18b. alinea 2
18c. Goalball is ... visueel gehandicapten. (r.6)
18d. deze - Goalball        
          hiervoor - om de bal tegen te kunnen houden.
19a. ook           19c. bovendien             19d. ondertussen

Slide 25 - Slide