5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Stukje 5.2 (video) 
  • Opdracht 12 5.1
  • Leerdoelen 5.3
  • Instructie 5.3
  • Aan de slag met 5.3
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Opdracht: 
Pak opdracht 12 erbij! 

We gaan aan de hand van deze opdracht 5.1 herhalen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 5
 Is er werk voor jou?

5.1 Wat levert werken op?
5.2 Wat voor ondernemingen?
5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?
5.4 Als je zonder werk zit

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je leert vandaag:
  • Wat de arbeidsmarkt is. 
  • Wat werkgelegenheid is. 
  •  Wie er tot de beroepsbevolking behoren. 
  • Wat de algemene wet gelijke behandeling inhoudt. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions



Denk tijdens het bekijken van de video aan de leerdoelen van deze les.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Arbeidsmarkt (=vraag & aanbod)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Werkgelegenheid
de vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
De werkgelegenheid bestaat bij uit alle banen bij bedrijven en overheid. (opg. 2/3)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Werklozen
Beroepsbevolking, aanbod van arbeid

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn!!

(opg. 6)


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

arbeidsparticipatie     
Arbeidsparticipatie

Slide 13 - Slide

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?
Algemene wet gelijke behandeling
In de Algemene Wet Gelijke Behandeling staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van bijvoorbeeld:
  1. Geslacht
  2. Afkomst
  3. Leeftijd

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Komende 10 minuten aan het werk met opgave 1 tot en met 7.
Ben je eerder klaar? Werk dan rustig verder!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Algemene wet gelijke behandeling

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ga aan de slag met het afmaken van §5.3


Klaar?
Ga je voorbereiden op de toets van volgende week. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Je hebt vandaag geleerd:
  • Wat de arbeidsmarkt is. 
  • Wat werkgelegenheid is. 
  •  Wie er tot de beroepsbevolking behoren. 
  • Wat de algemene wet gelijke behandeling inhoudt. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions



Huiswerk voor de volgende keer:


Paragraaf 5.3 af.


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Als je een eenmanszaak hebt dan mag je wel personeel in dienst hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Vacatures
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid
Werklozen

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Zwart werk
Grijs werk
Wit werk

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Algemene Wet Gelijke behandeling staat voor onder anderen:
A
geen onderscheid op basis van afkomst
B
Wet voor beschermen van de bevolking
C
Wet beschermen van de werklozen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Bij een fulltime baan werk je...
A
Minder dan 36 uur
B
5 dagen in de week
C
7 dagen in de week
D
Tussen de 36 en 40 uur

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Noem 3 arbeidsmotieven

Slide 30 - Open question

This item has no instructions


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Herhaling ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VOF (venootschap onder firma)
NV (naamloze venootschap)
BV (Besloten venootschap)
Één eigenaar
Meerdere eigenaren
aandeelhouder naamloos
aandeelhouder op naam
ook privé
niet privé

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Als je alleen de eigenaar wilt zijn uit welke twee ondernemingsvormen kun je dan kiezen?
A
de bv en de nv
B
de eenmanszaak en de vof
C
de nv en de vof
D
de eenmanszaak en de bv

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions