Leefstijl Leerjaar 1 Thema 1

• Maatschappijleer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Thema 1

Goed begonnen is half gewonnen

Les 1

Aangenaam kennis te maken

Leefstijl???

- Eén uur per week

- Elkaar leren kennen

- Samenwerken aan opdrachten

- Eerlijk en open zijn tegen elkaar

- Vertrouwde veilige sfeer

- Persoonlijk

Doelstelling van de les

- Met elkaar kennis maken op een 

   ontspannen manier

- Een prettig en veilig leerklimaat

   creëren in de groep 

Wie ben ik?

- Blz. 3 werkboek

- 10 Minuten

Kennismakingsspel

- Leerlingen zitten in de kring 

- Eén leerling staat in het midden. 

- Die zegt: "Ik wil met iemand kennismaken die bruine ogen heeft". 

Alle leerlingen die bruine ogen hebben staan op 

en gaan op een andere plek in de kring zitten. 

De leerling in het midden gaat snel naar een vrije stoel. 

Eén leerling blijft over en die is dan aan de beurt.

Voorbeelden:

- Die van chocolade houdt

- Die van sport houdt

- Die van voetbal houdt

- Die verkering heeft

- Die een broer heeft

- Die een hekel aan school heeft

- Die op vakantie is geweest

Dat delen we!

- Groepje van 3, 4 of 5

- A4 - stift - opschrijven

- 4 Minuten 

- Zoek zoveel mogelijk overeenkomsten met de hele groep

  (bv iedereen heeft 1 broer, we houden allemaal van pizza enz.)

Wat ben je te weten gekomen over anderen? Noem van elke leerling 1 ding.

Geen mening

Oneens

Eens

School is saai!

Op school 

leer je hoe je met anderen moet omgaan

Je moet iedereen gelijk behandelen

Geen mening

Oneens

Eens

Schelden doet pijn

Ik maak gemakkelijk nieuwe vrienden

Ik vertel meteen als me iets dwars zit

Geen mening

Oneens

Eens

Ik baal soms van mijn eigen gedrag

Ik heb veel talenten

Ik ben bang om fouten te maken

Hoe vond je de eerste les?

Les 2

Doelstelling van de les

- We kunnen benoemen wat een klas leuk maakt

- We denken na over hoe je zelf kan bijdragen aan een leuke klas

- We maken samen afspraken

Wat weten we van vorige les?

School

Vraag de leerlingen om op te schrijven, waar ze zich goed bij voelen op school.

Welke woorden komen op?

Welke gevoelens krijg je erbij?

Waar denk je aan?

Vul je werkboekje in op blz. 4.

Werkboek blz. 4 oefening 1

School

School

Laat de leerlingen opschrijven wat ze niet prettig vinden op school.

Welke woorden komen op?

Welke gevoelens krijg je erbij?

Waar denk je aan?

Werkboekje in op blz. 4 oefening 1

Ga in de na bespreking in op:

- Wat valt je op?

- Waar ben je verbaast over?

- Welke vragen heb je als je dit ziet?

Lopende praatjes

- Tweetallen maken 

   (zoek iemand die je weinig hebt gesproken).

- Eén persoon vertelt 1 minuut, 

   de andere luistert.

- Na 1 minuut wisselen van rol.

- Allebei geweest, 

   een nieuw gesprekspartner zoeken.

- Je docent geeft het onderwerpen.

- Je docent houdt de tijd in de gaten.

Werkboek blz. 5 oefening 2

Onderwerpen

- Wat vond je leuk aan je vorige klas?

(de kleinste mag beginnen)

- Wat was vervelend aan je vorig klas?

(de jongste mag beginnen)

- Wat zou jij een goede afspraak vinden voor deze klas?

(met de grootste schoenmaat mag beginnen)

Werkboek blz. 5 oefening 2

Nabespreking

- Hoe was het om te vertellen

- Hoe vond je het om te luisteren

- Welke leuke dingen werden veel genoemd.

- Wat zou je kunnen doen om het leuk te hebben in deze klas?

(Met het langste haar mag beginnen)

Afspraken maken

• Elke leerling krijgt 3 post-it
  
• Op elk blad 1 afspraak die je belangrijk vindt
• Deze afspraken bespreken groepje van 4.
• Per groepje wordt er een top 5.
• Afspraken verzamelen op bord.
• Bespreken van overlap en wat is belangrijk. Top 5.
• Deze afspraken op een poster zetten.

Wat ging goed in deze les?

• Hoe ging het om samen tot afspraken te komen?
• Welke afspraken mogen terugkomen bij andere lessen?
• Waarom zijn afspraken belangrijk?

Les 3

Doelstelling 

van de les

• We kunnen positief contact maken
• We kunnen aangeven wat belangrijk is bij nieuwe vrienden
• We doen inspiratie op omtrent vriendschap

Wat weten we nog
van de vorige les?

Drie letters voor wie ik ben...

• Elke leerling een kaartje
• Voorop, je naam
• Achter op, 3 letters bij de 3 onderdelen
• Voorbeeld: 

       - Ben goed in V  oetbal

       - Houdt van P   izza

       - Goede eigenschap is B   ehulpzaam

• De leerling geeft het kaartje door en benoemd de 3 onderdelen (5x)
• Degene die het kaartje heeft stelt de leerling van het kaartje aan de hand van de 3 letters voor 

Nabespreking:

Hoe was het om 3 dingen over jezelf op te schrijven?

Wat heb je geleerd bij deze oefening?

Werkboek blz. 6-7

Duo gesprek

Binnenkring, buitenkring

Thema vriendschap

• Wat vind je leuk om met vrienden te doen?
• Hoe heb je eerder vrienden gemaakt?
• Wat is leuk aan vriendschap?
• Waarom is vriendschap belangrijk?

 

Nabespreking:

- Hoe was het om met een willekeurige leerling over vriendschap te praten?

- Wat ben je te weten gekomen over elkaar?

- Wat heeft je verrast?

- Welke overeenkomsten waren er?

Hoe heb je deze les ervaren?

• Hoe kijk je na deze les tegen de betekenis van vriendschap aan?
• Heeft deze les jou gestimuleerd om vriendschappen aan te gaan?
• Zo ja, hoe dan?