Les 3 Periode 3 Van democratie naar dictatuur

Democratie en Dictatuur
Wat is het verschil?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
P&PMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Democratie en Dictatuur
Wat is het verschil?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen en werkwijze
- Je kunt de verschillen noemen tussen een democratie en een dictatuur
- Je kunt voorbeelden geven van verschillende soorten en vormen van dictaturen. 
- Je maakt de opdrachten voor je dossier tijdens deze les.

Slide 2 - Slide

Bedenk een krantenkop bij het plaatje

Slide 3 - Slide

Bedenk een krantenkop bij het plaatje

Slide 4 - Open question

Democratie


  • de burgers hebben rechten en plichten
  • de overheid heeft óók rechten en plichten
  • er zijn vrije verkiezingen
  • er is een grondwet
  • er zijn grondrechten

Slide 5 - Slide

Maar ook in een democratie...
...mag niemand teveel macht hebben!

Slide 6 - Slide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 7 - Slide

Wat weten jullie van
een dictatuur?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Kenmerken 
dictatuur 
  • Beperkte individuele vrijheid, bijv. geen godsdienstvrijheid
  • Nauwelijks politieke vrijheid
  • Overheidsgeweld, bijv. leger heeft vergaande bevoegdheden
  • Geen onafhankelijke rechtspraak
  • Er bestaat geen vrije pers, onder censuur van de overheid 

Slide 10 - Slide

Dictatuur
  • De macht is in handen van één persoon of groep
  • Er is vaak maar een 'politieke' partij
  • Deze personen worden meestal geholpen door het leger
  • Er is vaak terreur (geweld) richting eigen inwoners


  • Inwoners hebben vaak weinig rechten
  • Geen vrijheid van meningsuiting, geen vrije verkiezingen

Slide 11 - Slide

Maak een printscreen van deze slide!!

Soorten dictaturen
 

  • Ideologische dictatuur, bijv. gericht op het communistische gedachtegoed bijv. Noord-Korea
  • Militaire dictatuur, macht ligt bij het leger bijv. Myanmar
  • Religieuze dictatuur, wetgeving wordt door de religie bepaald, bijv. Iran

Slide 12 - Slide

1ste opdracht les 3 in 8 minuten
Je maakt NU de opdracht. (Neem de vragen over.)
In het volgende videofragment worden 4 vormen van dictatuur genoemd. 
1. Noteer de 4 vormen en noteer ze uit in 'begrijpelijke' taal
2. Geef vervolgens aan of deze vorm onder een ideologische, een militaire of een religieuze soort dictatuur valt.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Noord Korea
Wat heerlijk om in zo'n land te mogen opgroeien!
Of....toch niet?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

2de opdracht van les 3 in 6 min.
Ook deze opdracht maak je tijdens de les.

Bekijk nu de korte documentaire: "Hoe Polen en Hongarije hun democratie afbreken".

Noteer de 7 stappen / kenmerken van een dictatuur


 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Een persoon of groep is de baas van het land, dit is een...
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Rechtstaat
D
Monarchie

Slide 20 - Quiz

Welk Europees land creëerde een haatcampagne tegen migranten?
A
Roemenië
B
Rusland
C
Hongarije
D
Bulgarije

Slide 21 - Quiz

Polen en Hongarije hebben..
A
Liberale leiders
B
Autocratische leiders
C
Dictatoriale leiders

Slide 22 - Quiz

Saudi Arabië is een.....
A
dictatuur gebaseerd op een ideologie
B
religieuze dictatuur
C
militaire dictatuur

Slide 23 - Quiz

Om welke soort dictatuur gaat het?
"De Communistische Partij houdt strenge controle over de media."
A
Militaire dictatuur
B
Religieuze dictatuur
C
Eenpartijenstaat
D
Persoonlijke dictatuur

Slide 24 - Quiz

De macht van de overheid is gescheiden in drie delen
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 25 - Quiz

De inwoners hebben grondrechten
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Beide

Slide 26 - Quiz

Van welk land was Aung San Suu Kyi voormalig staatsadviseur?

Slide 27 - Open question

SLEEPVRAAG: Welke situatie of kenmerk hoort bij een democratie, bij een dictatuur of bij allebei?
Sleep het kenmerk/situatie naar 'democratie', naar 'dictatuur' of naar 'allebei'
Democratie
Dictatuur
Allebei
1. Burgers moeten zich aan de wet houden.
2. De regering verbiedt een nieuwe politiek partij.
3. De overheid heeft het geweldsmonopolie.
4. Er wordt gefraudeerd bij de verkiezingen.
5. Op tv mag je grappen maken over het staatshoofd.
6. Ministers worden niet door het volk gekozen.
7. Rechters zijn niet onafhankelijk.
8. Politici komen hun belofte niet altijd na.

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Video

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open question