3.1 De uitvinding van geld (LH4)

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.1 De uitvinding van geld 

LH4.ec1

Planning

- Terugblik paragaaf 2.4
- Paragaaf 3.1

- Aan de slag! 

- Terugblik en afsluiting 

Huiswerk bespreken! 

 

- Ga aan de slag met de opdrachten 2,3,4,5,6,8 en 10 van paragaaf 2.4! 

Ben je eerder klaar of heb je vragen? Steek je vinger op. 

Waarom zou directe ruil in de praktijk wederzijds voordeel kunnen bemoeilijken?Hoe ruilen we nu?

Leerdoelen 3.1

- Je kunt het verband uitleggen tussen het ontstaan van geld en het makkelijker maken van ruil. 

- Je kunt de functies van geld toepassen in de praktijk.

Ruilen en geld

- Ruilverhouding om te ruilen

- Directe ruil

- Niet praktisch

- Middelen ten opzichte van een middel

- geld en prijs

Geld als algemeen aanvaardbaar ruilmiddel

- Functies van geld

- Ruilmiddel

- Oppotmiddel

- Rekenmiddel

Ruilmiddel

- Van directe ruil naar indirecte ruil

- Geld ruilen voor een middel, geld weer naar een ander middel

- betalen met een betaalmiddel (valuta) 

- Praktijk

- Transactiekosten verlaagd (middel en prijs bepalen)

Welke afwegingen maak je bij ruilen over de tijd?

Oppotmiddel

- Ruilen over de tijd

- Nu geld op de bank zetten, later uitgeven

- Sparen op een rekening

Rekenmiddel

- Rekenen

- Waardemeter

- Abstract

- Projectontwikkelaar

- winkelmandje met boodschappen

Aan de slag! 

- Lees paragaaf 3.1 en maak de opdrachten 2,3,4,5,6,8 en 9. 

Heb je vragen? steek je vinger op. 

Leerdoelen 3.1

- Je kunt het verband uitleggen tussen het ontstaan van geld en het makkelijker maken van ruil. 

- Je kunt de functies van geld toepassen in de praktijk.

Terugblik en afsluiting

• Paragaaf 2.4
• Paragaaf 3.1

• Volgende les! 

• vragen? opmerkingen?