H2.2 Democratie in Nederland

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Introductie leerdoel 1 2.2 (herhaling aantal lessen geleden)
- 1. Je weet hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
3. Bespreken vraag 1 van 2.2
4. Filmpje Willem 1
5. Aan de slag in het werkboek
Nee, ik heb het SO nog niet nagekeken. Ik had weekend :)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Introductie leerdoel 1 2.2 (herhaling aantal lessen geleden)
- 1. Je weet hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
3. Bespreken vraag 1 van 2.2
4. Filmpje Willem 1
5. Aan de slag in het werkboek
Nee, ik heb het SO nog niet nagekeken. Ik had weekend :)

Slide 1 - Slide

H2 Burgers en stoommachines

2.2  Democratie in Nederland

Slide 2 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
  • 1800-1900
  • Burgers en stoommachines
  • Industriële revolutie
  • Fabrieken
Maar ook:
  • 1795-1813: Fransen de baas in Nederland, tijd van Napoleon (H1)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 2.2
1. Je weet hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
2. Je wat weet wat veranderde door de grondwet van 1848
3. Je weet hoe het kiesrecht werd uitgebreid

Onderwerp paragraaf 2.2
Het ontstaan van een parlementair stelsel en de toename van volksinvloed

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1. Nederland in 1815
  • Het Koninkrijk der Nederlanden
  • Koning Willem I
  • Constitutionele monarchie = ?
  • -> koninkrijk waarin de koning zich moet houden aan de grondwet
  • Grondwet van 1815 gaf de koning veel macht
  • Volk heeft de macht in de Staten-Generaal

Slide 6 - Slide

Koning Willem I
Taken Willem I: 
  • Regeringsleider en staatshoofd
  • Benoemen en ontslaan ministers
  • Beslissen over geld, het leger en de kolonies.
-> veel macht!

Parlement keurde alleen wetten goed.

Slide 7 - Slide

Het bestuur van Nederland: 1815

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aan de slag
1. Begrijp je het eerste leerdoel?
Je weet hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd. Check nogmaals de afbeelding en vraag 1 van 2.2 in het werkboek

2. Maak vragen 2 en 3 van 2.2 in het werkboek

Slide 10 - Slide

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Introductie leerdoel 2 van 2.2
3. Filmpje over de grondwet


Je wat weet wat veranderde door de grondwet van 1848

Slide 11 - Slide

2. De grondwet van 1848
  • De Liberalen wilden meer macht en zijn ontevreden
  • België wordt onafhankelijk in 1830
  • 1840: Willem I wordt vervangen door Willem II

  • De nieuwe koning geeft toe aan de demonstratie
  • Er wordt een nieuw grondwet geschreven door Thorbecke

Slide 12 - Slide

1830

Slide 13 - Slide

Wat is er nieuw in de grondwet?
  1. Persvrijheid
  2. Parlementair stelsel (parlement heeft de hoogste macht)
  3. Scheiding staatshoofd en regeringsleider

Slide 14 - Slide

Veranderingen vanaf 1848

Slide 15 - Slide

1815
1848

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Planning
1. 5 minuten lezen
2. Uitleg leerdoel 3 van 2.2
3. Opdrachten maken in het werkboek
4. Filmpje over de grondwet afkijken

Je weet hoe het kiesrecht werd uitgebreid

Slide 18 - Slide

Leerdoelen 2.2
1. Je weet hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
2. Je wat weet wat veranderde door de grondwet van 1848
3. Je weet hoe het kiesrecht werd uitgebreid

Onderwerp paragraaf 2.2
Het ontstaan van een parlementair stelsel en de toename van volksinvloed

Slide 19 - Slide

3. Uitbreiding van het kiesrecht
  • Parlement werd gekozen door mannen die een goed inkomen hadden, die waren verstandig genoeg om te stemmen,  11% van de Nederlandse mannen had kiesrecht
  • 1887: 25 % van de mannen
  • 1896: 50 % van de mannen
  • 1917: Algemeen kiesrecht voor mannen
  • 1919: Algemeen kiesrecht, ook vrouwen mogen stemmen. 

Slide 20 - Slide

Uitbreiding van het kiesrecht
  • Met de komst van het algemeen kiesrecht (voor mannen en vrouwen) werd Nederland een parlementaire democratie

  • -> bestuurssysteem waarin de regering afhankelijk is van het parlement dat met algemeen kiesrecht is gekozen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Koninkrijk zonder grondwet
C
Land met een grondwet maar geen koning
D
Koninkrijk met een absolute koning

Slide 23 - Quiz

Wanneer is er sprake van echte democratie in Nederland?
A
1848
B
1879
C
1917
D
1919

Slide 24 - Quiz

In welk jaar kreeg Nederland voor het eerst een Nederlandse koning?
A
1813
B
1815
C
1830
D
1848

Slide 25 - Quiz

Liberalen willen vooral.....
A
Weinig overheidsbemoeienis
B
Gelijkheid
C
Geen vrijheid
D
Politiek met de bijbel

Slide 26 - Quiz

Wie hebben er kiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen

Slide 27 - Quiz

Wat betekent ' algemeen kiesrecht? '
A
stemrecht voor vrouwen
B
stemrecht voor rijke mannen
C
stemrecht voor mannen
D
stemrecht voor mannen en vrouwen

Slide 28 - Quiz

Het volk regeert via gekozen volksvertegenwoordigers
Dit noem je:
A
Een dictatuur
B
Een monarchie
C
Een parlementaire democratie
D
Verkiezingen

Slide 29 - Quiz