Het interbellum GWP 2.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welk begrip past bij deze afbeelding?

In welk jaar vond de eerste economische crisis in Duitsland in de 20e eeuw plaats?

De crisis in Duitsland wordt opgelost doordat:

1. De Duitse regering bezuinigt
2. Er opnieuw een oorlog uitbreekt
3. Duitsland geld leent van de VS
4. Duitsland Elzas-Lotharingen bezet

Het grote inhoudelijke verschil tussen de fascisme en nationaalsocialisme is

1. Dat het nationaalsocialisme ondemocratisch is
2. Dat het nationaalsocialisme propaganda kent
3. Dat het nationaalsocialisme in Duitsland is
4. Dat het nationaalsocialisme racistisch is

Von Hindenbrug helpt Hitler aan de macht. Hij hoort bij de (naam van een stroming)

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler in 1936 begon met herbewapening.

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler het leger uitbreidde

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler geld leende van banken.

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler woningen liet bouwen.

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler autowegen liet aanleggen.

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler tegenstanders liet opsluiten.

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler de democratie afschafte.

1. Waar
2. Niet waar

Uit de bron kan je opmaken dat:
Hitler de dienstplicht weer invoerde.

1. Waar
2. Niet waar

Omschrijving: 'Verdeling van het volk in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties zoals omroepen'. Welk begrip past hier het beste bij?

Dit is de afkorting van de radio-omroep van de katholieken:

Colijn vond dat de crisis opgelost moest worden door:

1. Stempelen
2. Hogere uitkeringen
3. Aanpassingspolitiek
4. Verzuiling

De politiek van Colijn kan het best worden vergeleken met de volgende Amerikaanse president en econoom:

1. Hoover / Smith
2. Roosevelt / Keynes

De partij die bij de poster hoort is:

1. Extreem-links
2. Extreem-rechts

Bekijk de afbeelding. Toon aan dat veel Nederlanders het eens waren met het beeld van Colijn in de tekening.

Bedenk bij de afbeelding een beschrijvende en verklarende vraag.

Bekijk de bron. Naar wie hebben deze ouders hun zoon vernoemd?