Huidverzorging HF7

Lichaamsbehandeling
Hoofdstuk 7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lichaamsbehandeling
Hoofdstuk 7

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het eind van dit hoofdstuk heb je geleerd:
  • hoe je de lichaamshuid reinigt.
  • hoe je de lichaamshuid scrubt.
  • hoe je een verzorgingsproduct in de huid masseert.
  • welk verzorgingsproduct het beste gebruikt kan worden.

Slide 2 - Slide

Het skelet
  • Skelet: alle botten bij elkaar.
  • Een mens heeft 206 verschillende botten.
  • De botten zijn op verschillende manieren met elkaar verbonden.
  • De verbindingen tussen de botten zijn: spieren, banden, kraakbeen en gewrichten.

Functies
  • Stevigheid
  • Vorm
  • Hechting spieren
  • Bescherming organen
  • Maken van bloedcellen


Slide 3 - Slide

De organen
  • Alvleesklier
  • Blaas
  • Darmen
  • Hart
  • Hersenen
  • Huid
  • Galblaas
  • Lever
  • Longen
  • Maag
  • Nieren
  • Slokdarm

Slide 4 - Slide

De spieren

Slide 5 - Slide

Reinigen en verzorgen lichaam
Zorg voor:
  • veilige en prettige sfeer
  • privacy

Behandeling:
  • reinigen
  • scrubben
  • masseren

Slide 6 - Slide

Aan de slag
  • Bekijk de video over 'behandelen van de rug' om te zien hoe je de behandeling uit moet voeren.

Slide 7 - Slide

Huidverzorgingsproducten
  • bodymilk
  • bodylotion
  • bodycrème
  • body-olie (massage-olie)

Slide 8 - Slide

Aan de slag
  • Lezen en opdrachten maken hoofdstuk 7 (bladzijde 245 t/m 263).
  • Deelopdracht  2 van praktijkopdracht 7 'Lichaamsverzorging' (bladzijde 113 t/m 114).
  • Test je kennis: Hierna volgen een aantal vragen over de theorie.

Slide 9 - Slide

Wat is GEEN functie van het skelet?
A
Het zorgt ervoor dat je kan bewegen.
B
Het zorgt ervoor dat de spieren zich kunnen hechten.
C
Het beschermt de organen.
D
Het maakt bloedcellen aan.

Slide 10 - Quiz

Van welk orgaan is de omschrijving juist: "Vormt gal voor vetafbraak en ontgift en reinigt het lichaam".
A
Alvleesklier
B
Darmen
C
Galblaas
D
Lever

Slide 11 - Quiz

Welk orgaan zie je op
de afbeelding?
A
Blaas
B
Alvleesklier
C
Maag
D
Galblaas

Slide 12 - Quiz

Welk cijfer geeft
de maag aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Welke spier wordt
aangegeven met
de blauwe pijl?
A
Brede rugspier
B
Buitenste schuine buikspier
C
Grote bilspier
D
Monnikskapspier rug

Slide 14 - Quiz

Welke massagegreep wordt hier omschreven:
'Ronddraaiende beweging van de hand of
een deel van de hand'.
A
Effleurage
B
Petrissage
C
Rotatie
D
Vibratie

Slide 15 - Quiz

Welke uitspraak over rotatie is juist?
A
Je eindigt een massagebehandeling met rotatie.
B
Je pakt spierweefsel vast en je kneedt het.
C
je start een massagebehandeling met rotatie.
D
Je verwijdert hiermee dode huidcellen.

Slide 16 - Quiz

In bodymilk zit het meeste vocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Hoe meer vocht, hoe langzamer een product in de huid trekt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat is de werking van een bodymilk?
A
Het scrubt de huid.
B
Het voorziet de huid van een laag olie.
C
Het zorgt voor het ontdoen van viezigheid.
D
Het zorgt voor hydratie.

Slide 19 - Quiz

Wat is je vraag over deze les?

Slide 20 - Open question

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll