softbal

Softbal
oefenvragen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slide and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Softbal
oefenvragen

Slide 1 - Slide

Softbal is een eenvoudigere vorm van honkbal. Welke aanpassingen zijn hierbij gemaakt?
A
De afstanden tussen de honken zijn bij softbal kleiner
B
Er moet bij softbal onderhands worden aangegooid
C
Er wordt met softbal een grotere bal gebruikt
D
Alledrie voorgaande antwoorden zijn juist.

Slide 2 - Quiz

Deze persoon is linkshandig
Deze persoon is rechtshandig

Slide 3 - Drag question

Welk honk of plaat is hiernaast afgebeeld?
A
Thuisplaat
B
Honk 1
C
Honk 2
D
Pitcherplaat

Slide 4 - Quiz

De slagman slaat de 3e bal fout. Wat gebeurt er hierna?
A
De slagman is uit
B
De slagman moet lopen naar honk 1
C
De slagman mag nog een keer slaan
D
Het spel ligt stil en de slagman kan 'gratis' naar honk 1

Slide 5 - Quiz

Als je een andere honkloper inhaalt dan:
A
Moet je terug
B
Krijg je een extra punt
C
Ben je uit
D
niks

Slide 6 - Quiz

Welke van de volgende beweringen zijn juist?
I Honklopers mogen elkaar inhalen.
II Als een veldspeler een honkloper hindert, krijgt de honkloper recht op het honk waarnaar hij op weg was.

A
Alleen bewering I is juist
B
Alleen bewering II is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 7 - Quiz

Zie plaatje hiernaast:
de geslagen bal landt in het binnenveld en rolt naar fout gebied. Dit is een:
A
Foutslag
B
Goede slag

Slide 8 - Quiz

Zet de beslissing van de scheidsrechter (letter) bij de gebeurtenissen (cijfer).
Situatie: slagman heeft 2 slag en 3 wijd.

A situatie blijft ongewijzigd
B slagman is uit
C slagman mag naar eerste honk en honkloper op ‘1’ mag naar tweede honk
D slagman moet lopen naar eerste honk
I Volgende slag is een misslag, catcher vangt de bal.
II Volgende slag is een misslag, catcher vangt de bal niet, honk 1 is vrij.
III Volgende slag is een foutslag.
IV Volgende slag is een ‘wijd’, slagman slaat niet en honk 1 is bezet.

Slide 9 - Drag question

De slagman rent naar honk 1 maakt een sliding en is eerder bij honk 1 dan dat de honkverdediger "brandt". Wat beslist de scheidsrechter?
A
De slagman/honkloper is uit.
B
De slagman/honkloper is in.

Slide 10 - Quiz

Bij een 'gedwongen loop' mag de loper:
A
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
B
Alleen worden uitgebrand
C
Alleen worden uitgetikt
D
'Gratis' naar het volgende honk

Slide 11 - Quiz

De pitcher gooit de bal aan op de slagman, maar de bal is veel te hoog en gaat ook over de catcher heen. Hier is sprake van een:
A
Overthrow
B
Wilde worp
C
Doorgeschoten bal
D
Relay

Slide 12 - Quiz

Wat is een wijdbal?
A
De bal gaat naast de plaat
B
De bal gaat boven schouders slagman
C
de Bal gaat onder de knieën slagman
D
alle antwoorden zijn goed.

Slide 13 - Quiz

Een bal is slag opgeworpen door de pitcher als:
A
De bal over de plaat gaat
B
Deze tussen knie en okselhoogte gegooid is
C
Beide (antwoord A + B)
D
De bal naast de plaat wordt gegooid

Slide 14 - Quiz

Je speelt softbal met vier honken. Jij bent aan slag. Er zijn geen honklopers. Waar kun je de bal het best naar toe slaan?
A
In de richting van honk 1
B
In de richting van honk 2
C
In de richting van honk 3

Slide 15 - Quiz

De slagman slaat de bal, rent richting honk 1 en probeert honk 2 te halen. Hoe kan hij uitgemaakt worden?
A
Branden op honk 2
B
Branden op honk 2 of door hem te tikken
C
Tikken

Slide 16 - Quiz

Wanneer stopt het spel?
A
Als de pitcher de bal in de lucht houdt
B
Als er een uitje wordt gemaakt
C
Bij een vangbal
D
Als de lopers niet meer lopen

Slide 17 - Quiz

1

Slide 18 - Video

Is de slagman in dit filmpje nu uit?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video