Organen en cellen 1

Organen en cellen 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, k, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Organen en cellen 1

Slide 1 - Slide

Inhoud
Microscoop
Onderdelen van de cel
Organen en orgaanstelsels

Slide 2 - Slide

Revolver 
Oculair
Kleine schroef
Statief
Tubus
Lamp
Tafel

Slide 3 - Drag question

De dierlijke cel
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 4 - Drag question

Sleep de onderdelen van de plantaardige cel naar de goede plek. 
vacuole
celwand
cytoplasma
cel membraan
bladgroenkorrel

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Wat is het verschil tussen een plantaardige en dierlijke cel?
A
Plantaardige cellen hebben een celwand
B
Dierlijke cellen hebben een celwand
C
Dierlijke cellen hebben bladgroenkorrels
D
Plantaardige cellen hebben bladgroenkorrels

Slide 7 - Quiz

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 8 - Drag question

Verteringsstelsel
Zenuwstelssel
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Spierstelsel

Slide 9 - Drag question

Borstholte en buikholte
Het middenrif (spier) deelt de romp in een borstholte en buikholte

Er liggen organen in de borstholte: bv. hart en longen
Er liggen andere organen in buikholte

Slokdarm en aorta liggen in beide


Slide 10 - Slide

Welk orgaan bevindt zich in de buikholte?
A
Longen
B
Hart
C
Maag
D
Luchtpijp

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Het pompen van bloed door het lichaam.
B
Het filteren van afvalstoffen in de nieren.
C
Het transporteren van zuurstof naar de longen.
D
Het breken van voedsel in de maag.

Slide 12 - Quiz

Wat is een kenmerk van een plantencel?
A
De aanwezigheid van een celwand.
B
De aanwezigheid van een celkern.
C
De mogelijkheid om te bewegen.
D
De aanwezigheid van mitochondriën.

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van de longen?
A
Het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide.
B
Het verteren van voedsel.
C
Het filteren van bloed.
D
Het produceren van hormonen.

Slide 14 - Quiz

Wat is het grootste orgaan van het menselijk lichaam?
A
De huid.
B
De longen.
C
De lever.
D
Het hart.

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van de nieren?
A
Het breken van voedsel in de maag.
B
Het filteren van afvalstoffen uit het bloed.
C
Het transporteren van zuurstof naar de cellen.
D
Het reguleren van de lichaamstemperatuur.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link