B2: Bestuiving

Thema 6: Voortplanting bij planten (en dieren)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 6: Voortplanting bij planten (en dieren)

Slide 1 - Slide

Herhalen B1

Slide 2 - Slide

Je moet in een afbeelding van de bloem van de plant de juiste 
namen bij de onderdelen kunnen zetten.

Zet de namen op de juiste plek in de afbeelding.
stempel
stijl
stamper
vruchtbeginsel
stengel
helmdraad
helmknop
kelkblad
kroonblad
meeldraad

Slide 3 - Drag question

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 4 - Quiz

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 5 - Quiz

Sommige bloemen hebben geen meeldraden. Zijn deze bloemen mannelijk of vrouwelijk?
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk

Slide 6 - Quiz

B2: Bestuiving

Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is
  • Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 7 - Slide

Aantekening:

Bestuiving:

Is het overbrengen van de stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper.


Dit kan alleen als het stuifmeel op de stempel komt van DEZELFDE bloemensoort.


Er zijn 2 manieren van bestuiving:

- via insecten 

- via de wind

Slide 8 - Slide

Soorten bestuiving
Wel of geen bestuiving

Slide 9 - Slide

B2: Bestuiving

  • Zelfbestuiving: Stuifmeel komt op stamper van bloem van dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: Stuifmeel komt op stamper van bloem van andere plant 

Slide 10 - Slide

Insecten bestuiving
De stempel is kleverig, daardoor blijven er stuifmeelkorrels aan plakken
Wind bestuiving
De meeldraden en de stempel van de stamper steken ver uit de bloem. 

Slide 11 - Slide

Insectenbestuiving

  • Bij het verzamelen van nectar raakt een bij bedekt met stuifmeel
  • De bij neemt het stuifmeel mee naar de volgende bloem
  • Het stuifmeel komt dan op de stamper terecht
  • Dit noemen we bestuiving

Slide 12 - Slide

Insectenbestuiving

  • Bijen verzamelen nectar en maken er honing van voor hun jongen (larven)
  • Ook vlinders, kolibries en vleermuizen leven van nectar en dragen bij aan de bestuiving 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Insectenbloemen

Insectenbloemen:
  • Insecten zorgen voor bestuiving
  • Grote, opvallend gekleurde kroonbladeren
  • Stuifmeel is ruw en kleverig zodat het goed blijft plakken
  • Maken relatief weinig stuifmeel
  • Veel insecten bestuiven bloemen van 1 soort

Slide 15 - Slide

Windbloemen

Windbloemen
  • Wind zorgt voor bestuiving
  • Kleine en onopvallende bloemen
  • Stuifmeel komt per toeval op stempel andere bloem terecht
  • Veel licht en glad stuifmeel
  • Stempels zijn groot en veervormig

Slide 16 - Slide

INSECTENBLOEMEN

Insecten zorgen voor de bestuiving

Kroonbladen zijn groot en opvallend

Weinig stuifmeeld, is ruw en kleverig

Bloem heeft een voor insecten aantrekkelijke geur en nectar


WINDBLOEMEN

Wind zorgt voor de bestuiving

Vaak klein en onopvallend

Veel stuifmeel, vaak glad


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

De bij neemt stuifmeel mee naar de volgende bloem. Het komt dan op de............ terecht
A
Meeldraad
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Kelkbladeren

Slide 19 - Quiz

Het stuifmeel van een madeliefje komt op de stamper van een boterbloem. Is dit bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Welke dieren dragen ook bij aan bestuiving, naast bijen?

Slide 21 - Open question

Kruisbestuiving: stuifmeel komt op stamper van dezelfde plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Noem drie kenmerken van insectenbloemen

Slide 23 - Open question

Noem drie kenmerken van windbloemen

Slide 24 - Open question

B2: Bestuiving

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is
  • Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen
Zelfstandig werken:
  •  Lees B2 (onderstreep of markeer wat belangrijk is)
  •  Maak de opdrachten volgens de planning

  • Practicum 4: Hooikoorts

Slide 25 - Slide