What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Fictie 6 HV2 les 9 H8 perspectieven wk 40-2
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Welkom
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga op je vaste plek zitten.
Pak je lesboek, schrift en etui.
Pak je leesboek.
Laat de iPad in de tas.
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal.
Slide 4 - Slide
Vandaag
Stil lezen
Herhaling H8 fictie - perspectieven
Vragen over de PO?
Kahoot werkwoordspelling
Keuze (lezen, PO, boekenlegger, huiswerk maken, opdrachten of bordspel werkwoordspelling)
Slide 5 - Slide
Stil lezen
timer
10:00
Slide 6 - Slide
Te behandelen Kern P1
Taalverzorging
H12, 13, 27, 28, 42, 43
Fictie
7, 8, 22, 23, 37, 38
Slide 7 - Slide
Datum inleveren PO en fictie
2F/2H
Inleveren PO vrijdag 3 november
Toets werkwoordspelling vrijdag 10 november
2G
Inleveren PO woensdag 31 oktober
Toets werkwoordspelling woensdag 8 november
Slide 8 - Slide
Lesdoelen van vandaag
Ik weet welke vertelperspectieven er zijn.
Slide 9 - Slide
Herhaling les 7
Fictie: vertel....
Fictie en non-fictie
Spanning en sensatie
Intellectuele en emotionele spanning
Slide 10 - Slide
Verzonnen
Vooral voor je plezier
/ \
Niet
verzonnen
Vooral om iets te weten te komen.
Fictie Non-fictie
Realistisch
Onrealistisch
Zou echt kunnen gebeuren.
Zou niet echt kunnen gebeuren.
Slide 11 - Slide
Herhaling vorige les
H8 perspectief
Wat weet je nog?
Slide 12 - Slide
Vertelperspectief
Slide 13 - Slide
Een verhaal kijk of lees je door de ogen van iemand anders.
Slide 14 - Slide
Vertelperspectief
Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief.
Je kent de volgende vertelperspectieven:
Slide 15 - Slide
In verhalen kunnen vier perspectieven voorkomen
1. Ik-perspectief
2. Personaal perspectief (hij/zij)
3. Alwetend / Auctoriaal perspectief (hij/zij)
4. Meervoudig / Wisselend perspectief
Slide 16 - Slide
Vertelinstanties
Verteller = personage in ik-vorm
-->
ik-vertelperspectief
Verteller = personage in hij/zij-vorm
-->
hij-/zij- vertelperspectief
Verteller = weet alles, geen personage
-->
alwetend vertelperspectief
Slide 17 - Slide
Wat wordt er bedoeld met vertelperspectief?
A
hoeveel personages er in het verhaal zitten
B
de structuur van het verhaal
C
vanuit welk oogpunt het verhaal verteld wordt
D
wat de hoofdpersoon doet in het verhaal
Slide 18 - Quiz
Ik-vertelperspectief
Personaal vertelperspectief
Auctoriaal vertelperspectief
Hij ziet zijn vrienden lopen in de stad.
Hij zou er morgen wel achterkomen dat je het leven niet kan plannen.
Wat een vervelend mannetje, denk ik terwijl ik zijn kop koffie inschenk.
Slide 19 - Drag question
Wat is géén kenmerk van een personaal vertelperspectief?
A
Onbetrouwbaar
B
De lezer weet niet meer dan het personage
C
De verteller is neutraal
D
Kijkt van bovenaf
Slide 20 - Quiz
Fictie is...
A
alles wat verzonnen is.
B
alles wat niet verzonnen is.
Slide 21 - Quiz
Wat is fictie?
A
een krantenartikel
B
het boek 'Spijt' van Carry Slee
C
het dagboek van Anne Frank
D
Kern
Slide 22 - Quiz
Bij een auctoriaal vertelperspectief is er een 'alwetende verteller'. Deze alwetende verteller:
A
weet niks en neemt deel aan het verhaal
B
weet alles en neemt deel aan het verhaal
C
weet niks en neemt geen deel aan het verhaal
D
weet alles en neemt geen deel aan het verhaal
Slide 23 - Quiz
''Jeroen liep door de donkere ruimte, hij was bang wat hem zou kunnen overkomen."
A
ik-vertelperspectief
B
hij/ zij-vertelperspectief
C
alwetende verteller
Slide 24 - Quiz
De zin: 'Later zou hij nog vaak aan deze dag terugdenken', kom je tegen bij . . .
A
ik-perspectief
B
alwetende verteller
C
personaal perspectief
D
elk vertelperspectief
Slide 25 - Quiz
Huiswerk nakijken
H8 opdr. 8 t/m 12
Slide 26 - Slide
Kahoot
Werkwoordspelling 2
Slide 27 - Slide
Huiswerk
Noteer in je agenda!
Lezen H22 theorie fictie: tijd
Let op: ik stel er vragen over in de les!
Slide 28 - Slide
Aan de slag
Kies wat je gaat doen:
Bordspel werkwoordspelling in een groepje van vier
Boekenlegger
Lezen
PO
Huiswerk
Opdrachten werkwoordspelling
Slide 29 - Slide
Is de opdracht duidelijk?
Slide 30 - Slide
Volgende les
We gaan verder met fictie H22 Fictie: tijd.
Slide 31 - Slide
Zijn voor jou de lesdoelen behaald
Ik ken de vertelperspectieven.
Vertel......
Slide 32 - Slide
Hoe ging deze les?
Wat heb je geleerd vandaag?
Wat vond je leuk aan deze les?
Heeft iemand vragen?
Slide 33 - Slide
Fijne dag
Slide 34 - Slide
More lessons like this
Herhaling en quizvragen fictie non-fictie en perspectieven
October 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Fictie week 41 2E les 1
October 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Fictie 5 HV2 les 8 H8 perspectieven wk 40-1
September 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Fictie 4 HV2 les 7 H8 perspectieven
September 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Fictie week 41 1B les 1
October 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Fictie 7 HV2 les 10 H22 tijd wk 41-1
October 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Do 22 april Vertelperspectief
March 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Do 22 april Vertelperspectief
April 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3