14.2 Voedsel produceren

14.2 voedsel produceren 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

14.2 voedsel produceren 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen 14.2
Aan het eind van 14.2 kun je:
1. opnoemen wie ons voedsel produceerde
2. vier manieren toelichten waardoor boeren zoveel mogelijk voedsel produceren voor zo weinig mogelijk geld
3. uitleggen waarom er zoveel regels zijn voor boeren.
4. de begrippen duurzame landbouw en biologische landbouw uitleggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie produceert ons voedsel?
Boeren produceren de grondstoffen voor ons voedsel.
Er zijn drie soorten boeren:
1. akkerbouwers --> produceren voedingsgewassen zoals aardappelen, graan en mais. 
2. tuinbouwers --> produceren groente en fruit
3. Veehouders --> houden dieren voor vlees, melk, eieren. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

akkerbouw
tuinbouw
veehouderij

Slide 4 - Drag question

3 soorten agrarische bedrijven
welke producten maken ze?
Efficient voedsel produceren 
Vroeger hadden veel boeren een gemengd bedrijf: met akkerbouw en veeteelt
Om zo veel mogelijk voedsel te produceren voor zo weinig mogelijk geld hebben boeren 4 mogelijkheiden:
1. veel van hetzelfde produceren
2. opbrengst verhogen
3. ziekte en schade voorkomen
4. supergewassen en supervee. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gemengd bedrijf

Slide 6 - Slide

vroeger ander soort agrarisch bedrijf: gemengd: akkerbouw en veeteelt -> gesloten kringloop
meer voedselproductie nodig voor toenemende bevolking en export
efficiënter werken en specialiseren

Efficient voedsel produceren 
1. veel van hetzelfde produceren
monocultuur:  1 soort gewas verbouwen (akkerbouw)
Intensieve veeteelt/bio-industrie: 1 soort dier houden in een zo klein mogelijke ruimte (veeteelt)
2. opbrengst verhogen
mest gebruiken (akkerbouw)
krachtvoer gebruiken (veeteelt) 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Efficient voedsel produceren 
3. ziekte en schade voorkomen
Plagen voorkomen door gewasbeschermingsmiddelen (akkerbouw)
Ziektes voorkomen door antibiotica toe te voegen aan veevoer (Veeteelt)

4. supergewassen en supervee. 
Veredeling: Kruisen van plantenrassen om een nieuwe ras met gunstige eigensschappen te krijgen (akkerbouw)
Fokken: kruisen van rassen met gunstige eigenschappen. (veeteelt)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

bemesten
krachtvoer
gewasbeschermingsmiddelen
hygiëne
plaag
antibiotica

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Waarom zijn er veel regels voor boeren? 
Veeteelt: er mag geen mestoverschot zijn omdatdat invloed heeft op het bestaan van planten en dierensoorten (vermesting en verzuring)

Akkerbouw: gewasbeschermingsmiddelen moeten aan de volgende eisen voldoen:
werken selectief en zijn biologisch afbreekbaar. 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Duurzame landbouw en biologische landbouw
Duurzame landbouw houdt rekening met het milieu door minder bemesting en minder gewasbeschermingsmiddelen.

Biologische landbouw maakt zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke middelen en oplossingen.  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
14.2: maken opdr 1 t/m 10
(Je hebt hiervoor twee lessen)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions