4.5 en 4.6 Leefomgeving Stedelijke gebieden 2021

H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
5v
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
5v

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Op welke twee manieren steunt een stadsbestuur de lokale economie?
A
Dure huizen bouwen en veel belasting innen.
B
Scienceparks en winkelpanden bouwen.
C
Scienceparks bouwen en creatieven stimuleren om in de stad te blijven.
D
Creatieve stad stimuleren en urbanisatie op gang brengen.

Slide 3 - Quiz

Oude bedrijventerreinen worden nu vaak geherstructureerd.
Welke reden hoort er NIET bij?
A
De industrie die er zat veranderde en had nieuwe voorzieningen nodig om de handel mogelijk te houden.
B
Terreinen waren niet meer nodig omdat de industrie naar lagelonenlanden was verplaatst.
C
Er was te weinig woonruimte voor alle mensen die graag in de stad wonen.
D
De terreinen waren te klein, bedrijven vestigden zich liever aan de rand van de stad.

Slide 4 - Quiz

Wat is waar?
Een duale arbeidsmarkt ...
A
komt vaak voor in steden.
B
geeft een verschil in type arbeid weer.
C
gaat over draagkrachtige inwoners van de stad.
D
past bij een kenniseconomie.

Slide 5 - Quiz

Het buurtprofiel

Slide 6 - Slide

Model van een stad

1. Historische binnenstad
    of stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 7 - Slide

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
nieuwbouwwijken
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 8 - Drag question

Hoe verder naar buiten hoe...

Slide 9 - Slide

Stad -> wijk -> buurt

Slide 10 - Slide

Buurtprofiel
  1. Woningkenmerken
  2. bewonerskenmerken
  3. kenmerken van de woonomgeving

Slide 11 - Slide

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 12 - Slide

Bewonersken-merken

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 13 - Slide

Woonomgeving
Sociale veiligheid

Subjectief: gevoel
Objectief: gemeten 

Afhankelijk van persoonlijke kenmerken

Slide 14 - Slide

Wat is geen woningkenmerk?
A
Type woning
B
Percentage eenpersoonshuishoudens
C
Onderhoudsniveau
D
Eigendom

Slide 15 - Quiz

Welke drie in de opsomming zijn bewonerskenmerken?
A
Ouderdom van de woning, gezinsfase, hoogte van het inkomen.
B
Leeftijd, woningtype, grootte van het huishouden.
C
Hoogte van het inkomen, etniciteit, staat van onderhoud
D
Gezinsfase, opleidingsniveau, grootte van het huishouden

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Gemeente kan besluiten tot
  • Stadsvernieuwing - renovatie en sanering (sloop) voor dezelfde doelgroep als er woonde.
  • Herstructurering - sloop en nieuwbouw om koopkrachtigere inwoners te trekken (gentrification)

Slide 18 - Slide

Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
B
Het proces als gevolg waarvan een wijk een hoger verzorgingsniveau krijgt.
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen.
D
Een proces als gevolg waarvan uiteindelijk woningen worden gesloopt.

Slide 19 - Quiz

Hoe kan sociale cohesie in een buurt leiden tot een grotere sociale veiligheid?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video