Grammatica periode 1 V5

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Grammatica (periode 1) 

Onderdelen grammatica

1. Regelmatige werkwoorden -er;

2. Être, avoir, aller, faire;

In de volgende tijden:

Présent, imparfait, passé composé, futur simple, conditionnel

Regelmatige werkwoorden op -er

Leerdoel: Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen

regelmatige werkwoorden op -er

Het regelmatige werkwoord op -er

1. Regelmatige werkwoorden -er

1. Présent: stam + uitgang

2. Imparfait: nous-vorm - ons + uitgang

3. Passé composé: hww (avoir/être) + werkwoord - er + é

4. Futur simple: heel werkwoord + uitgang

5. Conditionnel: heel werkwoord + uitgang

1. Regelmatige werkwoorden -er

Présent 

Je parle

Tu parles

Il/elle/on parle

Nous parlons

Vous parlez

Ils/elles parlent

Aimer	Houden van
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles

Regelmatige werkwoorden op -er

aime

aiment

aimons

aime

aimes

aimez

danser	dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles

Regelmatige werkwoorden op -er

in de présent.

danse

dansent

dansons

danse

danses

dansez

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er?

1. es, es, e, ons, ez, ent
2. e, es, e, ons, ez, ent
3. es, es, e, ons, ez, ont
4. e, es, e, ons, ez, ont

1. Regelmatige werkwoorden -er

Imparfait:

Je parlais

Tu parlais

Il/elle/on parlait

Nous parlions

Vous parliez

Ils/elles parlaient

Combineer de juiste imparfait uitgang bij het persoonlijk voornaamwoord.

Imparfait

-ais

-ais

- ait

- ions

- iez

-aient

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils / elles

1. Regelmatige werkwoorden -er

Passé composé:

J'ai parlé

Tu as parlé

Il/elle/on a parlé

Nous avons parlé

Vous avez parlé

Ils/elles ont parlé

COMBINEZ:

Avoir: il,elle,on

Avoir: nous

Avoir: vous

Avoir: ils,elles

Avoir: tu

Avoir: j'

avons

ont

ai

avez

as

a

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord

suis

es

est

sommes

êtes

sont

1. Regelmatige werkwoorden -er

Futur simple:

Je parlerai

Tu parleras

Il/elle/on parlera

Nous parlerons

Vous parlerez

Ils/elles parleront

uitgang futur simple

Je

Tu

il

nous

Vous

ils

ons

a

as

ez

ai

ont

Je	parler
Tu	parler
Elle	parler
Nous	parler
Vous	parler
Ils	parler

Parler au futur simple

ai

as

a

ons

ez

ont

1. Regelmatige werkwoorden -er

Conditionnel:

Je parlerais

Tu parlerais

Il/elle/on parlerait

Nous parlerions

Vous parleriez

Ils/elles parleraient

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de uitgang van de futur du passé / conditionnel met het onderwerp.

Futur du passé / conditionnel : uitgangen

-ais

-ais

-ait

-ions

-iez

-aient

www.bookwidgets.com

www.verbuga.eu

Oefening

Maak de opdrachten uit het werkboek

Klassikale bespreking!

Regelmatige werkwoorden op -er

Leerdoel: Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen

Heb je het leerdoel bereikt?

Ja

Nee

Wat zou jou helpen dit onderdeel beter te begrijpen?