Beeldspraak

Hij is zo sterk als een beer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie
1 / 17
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hij is zo sterk als een beer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 1 - Quiz

Nederland won de voetbalwedstrijd van Duitsland.
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 2 - Quiz

Het opvangkamp bood de vluchtelingen een veilige haven.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 3 - Quiz

Leonardo DiCaprio is vooral bekend van het witte doek.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 4 - Quiz

De motor had de bejaarde fietser niet gezien.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 5 - Quiz

De Chinees op de hoek is vannacht afgebrand.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 6 - Quiz

Leon, een boom van een vent, sloeg de inbreker neer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 7 - Quiz

In de laatste minuut kreeg de aanvoerder rood.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 8 - Quiz

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 9 - Quiz

Bij die bekende miljonair hangt een Van Gogh aan de muur.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 10 - Quiz

De kerktoren kijkt uit over de hele stad.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 11 - Quiz

Den Haag heeft weer eens een verkeerde politieke beslissing genomen
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 12 - Quiz

Het schip van de woestijn sjokte in een rustig tempo door het rulle zand naar de oase.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 13 - Quiz

Voordat hij naar binnen ging, veegde hij eerst zijn voeten.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 14 - Quiz

Esmeralda is een draak van een vrouw.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie
D
metonymie

Slide 15 - Quiz

De zon lachte hem stralend toe.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 16 - Quiz

De minister-president staat aan het roer van de regering.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 17 - Quiz