Nieuwsbegrip week 50 Geen kinderhelden meer op verpakkingen
1 / 18
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Schrijf de kernwoorden op van het het stukje: "Inleiding"
Slide 3 - Open question
Schrijf de kernwoorden op van het stukje: "Ongezond"
Slide 4 - Open question
Schrijf de kernwoorden op van het stukje: "Kindermarketing"
Slide 5 - Open question
Schrijf de kernwoorden op van het stukje: "Te dik"
Slide 6 - Open question
Schrijf kernwoorden op van het stukje: "Nieuwe regels"
Slide 7 - Open question
Schrijf kernwoorden op van het stukje "Minder calorieën"
Slide 8 - Open question
Welke zin geeft het beste weer wat je in de inleiding leest.
A
Kinderen...staat (r.1)
B
Dat...product. (r. 1 en 2)
C
De....verdwijnen (r. 2 -4)
D
De...gedaan (r. 4-5)
Slide 9 - Quiz
Welke zin geeft de beste samenvatting van het stukje "ongezond" ?
A
De...erop. (r. 7-8)
B
Het...drankjes. (r. 10 )
C
De...K3 . (r. 11-12)
D
Het...ongezond (r. 12-13)
Slide 10 - Quiz
Welke zin geeft de beste samenvatting van het stukje "Kindermarketing".
A
Kinderhelden...prijken (r. 15-16)
B
Kinderen...staat.
(r. 17-18)
C
Marketing...werkt. (r. 15)
D
De...groenten. (r. 18-19)
Slide 11 - Quiz
Welke zin geeft de beste samenvatting van het stukje "Te dik".
A
Inmiddels...dik (r. 21-22)
B
Foodwatch...schuld van
(r. 22)
C
De ...overgewicht. (r. 21)
D
De...maatschappij.
(r. 23-24)
Slide 12 - Quiz
Welke zin(nen) geeft/geven de beste samenvatting van het stukje "Nieuwe regels".
A
Bijvoorbeeld...suiker. (r.29)
B
Kinderhelden...blijven (r.30)
C
Plus...aangepast.
(r.30-31)
D
Op...zitten. (r. 27-29)
Slide 13 - Quiz
Welke zinnen geven de beste samenvatting van het stukje "Minder calorieën"?
A
Ook...komt. (r. 34-36)
B
Maar...maken (r. 33-34)
C
De....regels (r. 36-37)
D
Ze...opstaat. (r. 37-39)
Slide 14 - Quiz
Lees regel 5. Wat betekent "In de ban doen"?
A
Ophouden iets te gebruiken of aandacht te geven.
B
opnieuw aandacht voor iets vragen
C
reclame maken voor iets
D
Op een andere manier laten zien
Slide 15 - Quiz
De organisatie Foodwatch wordt in r. 7 de voedselwaakhond genoemd. Leg uit waarom.
Slide 16 - Open question
Wat is een ander woord voor "reeds" (in regel 30)
A
al
B
dus
C
nog
D
wel
Slide 17 - Quiz
In regel 30 staat het woord "branche". Met welke woorden uit de inleiding wordt ongeveer hetzelfde bedoeld?
