This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Schrijven 2 les 2
Waar komt dit water vandaan? 3.1 soorten water
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Schrijven les 2 Alinea, kernwoorden(steekwoorden), kernzin
herhalen vorige les;
Leerdoelen van deze les;
Introductie, instructie en controle vragen over de les;
Aan de slag!
Slide 2 - Slide
Quiz
In een zakelijke e-mail mag je zowel u/uw als je/jij gebruiken?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Quiz
Een zakelijke e-mail bestaat altijd uit 3 alinea's?
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 4 - Quiz
Welke opbouw heeft een goede e-mail uit?
Slide 5 - Mind map
Opbouw e-mail
Slide 6 - Slide
leerdoelen:
Aan het eind van de les kun je:
Vertellen wat een alinea is;
Wat kernwoorden zijn;
Wat kernzinnen zijn.
Kun je de kernwoorden verwerken in een zin.
Slide 7 - Slide
Introductie
We gaan een uiteenzetting maken => een artikel schrijven.
Opbouw => Inleiding, kern, slot
Onderwerp => Zelf kiezen, geen bronnen, iets waar je veel van weet
Ongeveer een half A4'tje => Drie alinea's in de kern
Beoordeling tussendoor en aan het eind => Feedback op alineaopbouw
Handelingsdeel => o-v-g
Slide 8 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kan ik vertellen wat een alinea is en kan ik een alinea schrijven
Wat is een goede alinea?
Maak ook aantekeningen!
Een alinea is een stukje tekst van 2 of meer regels waarin je een onderwerp behandeld.
We gaan nu stap voor stap toewerken naar het schrijven van een alinea. Hierdoor leren we wat kernwoorden en kernzinnen zijn.
Slide 9 - Slide
leerdoelen:
Aan het eind van de les kan ik vertellen wat kernwoorden zijn.
Opdracht brainstorm:
Stap 1: schrijf in 2 minuten zoveel mogelijk onderwerpen op die je leuk vindt en waar je iets over kunt vertellen.
Stap 2: kies uit deze lijst één onderwerp uit waarover je een tekst wilt schrijven.
timer
1:00
Slide 10 - Slide
leerdoelen:
Aan het eind van de les kan ik vertellen wat kernwoorden zijn.
Opdracht woordweb maken:
1. Schrijf je onderwerp in het midden.
2. Schrijf daaromheen alles wat je weet over dit onderwerp.
timer
1:00
Slide 11 - Slide
leerdoelen:
Kijk nog eens naar je woordweb.
Kies 3 woorden uit waarover je echt wilt gaan schrijven in je tekst.
Deze woorden vormen de kern van je tekst en noem je kernwoorden!
In Classroom staat bij P3 => werkocument schrijven 2=> opdracht 1 t/m 4
Slide 12 - Slide
Quiz
Wat is een kernwoord?
A
Een belangrijk woord in de zin
B
Woorden die de kern van je tekst vormen
Slide 13 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van de les kan ik uitleggen wat een kernzin is.
Een kernzin:
Zinnen die de belangrijkste informatie uit een alinea bevatten, noem je kernzinnen. Je kunt kernzinnen zien als een samenvatting van de alinea in één zin. Een kernzin staat vaak in de eerste of laatste alinea. Deze geeft dus de belangrijkste informatie over je onderwero.
Bedenk dus wat jouw boodschap over het deelonderwerp moet zijn: dit kan bijvoorbeeld een feit zijn of een argument.
Het gemakkelijkste is om de alinea met deze kernzin te openen, dat geeft houvast bij het schrijven van de rest van de alinea, maar dat hoeft niet.
Slide 14 - Slide
Quiz
Waar vind je de kernzin?
A
Aan het begin van een alinea
B
Aan het eind van een alinea
C
Gewoon ergens in een een alinea
D
Staat aan het begin of eind van een alinea
Slide 15 - Quiz
Leerdoelen bespreken:
We gaan een uiteenzetting maken => een artikel schrijven.
Opbouw => Inleiding, kern, slot
1. Waar bestaat de kern uit?
-
-
2. Waar staan de kernzinnen?
3. Wat is nu een alinea?
Slide 16 - Slide
1. Waar bestaat de kern uit? 2. Waar staan de kernzinnen? 3. Wat is nu een alinea?
Slide 17 - Open question
Volgende les:
In de volgende les:
Gaan we de kern zinnen leren herkennen in een zin;
Gaan we verder in op de inleiding en slot.
Verder werken aan de uiteenzetting in Classroom.
Slide 18 - Slide
Aan het werk!
Wat? Opdracht Classroom
Waar? Document schrijven 2
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman.
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je.
Klaar? Kijk het dan na!
timer
1:00
Slide 19 - Slide
Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.