3.d hebban olla vogala

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Je weet dat de taal in teksten uit verschillende perioden voortkomt.
  • Je kan een gedicht begrijpen en plaatsen in de Nederlandse taalgeschiedenis.
  • Je kan uitleggen waarom een taal verandert en welk gevoel een gedicht weergeeft. 
  • Je kan zelf enkele dichtregels schrijven. 

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Je weet dat de taal in teksten uit verschillende perioden voortkomt.
  • Je kan een gedicht begrijpen en plaatsen in de Nederlandse taalgeschiedenis.
  • Je kan uitleggen waarom een taal verandert en welk gevoel een gedicht weergeeft. 
  • Je kan zelf enkele dichtregels schrijven. 

Slide 1 - Slide

3.d hebban olla vogala

Slide 2 - Slide

Programma
-Nakijken + controleren huiswerk
10 min
-Herhalen aantekeningen maken
10 min
-Oudnederlands
10 min
-Oefenen
45 min

Slide 3 - Slide

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h1t" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van 3c.
Kijk je gemaakte opdrachten na. 


Slide 4 - Slide

Welke voordelen heeft aantekeningen maken?

Slide 5 - Open question

Hoe maak je aantekeningen?

Slide 6 - Open question

Hebban olla vogala

Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic enda thu. Wat unbidan we nu?


De eerste Nederlandse zin, omstreeks 1100. Ontdekt in 1932. Geschreven door een monnik die, voordat hij verder ging met het kopiëren van Latijnse teksten, even zijn ganzenveer uitprobeerde. 

Welk gevoel drukt deze dichtregel uit? (liefdesverdriet, verliefdheid, verlangen, teleurstelling). 
Deze regel is opgenomen in de Canon van Nederland. Dat betekent dat het een van de vijftig hoogtepunten uit de Nederlandse cultuur is. Waarom, denk je?
Hoe kan je aan het taalgebruik zien dat het uit het Oudnederlands komt?

Slide 7 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Hoofdstuk 3 paragraaf d, hebban olla vogala, opdracht 2-5.
Hoe?
Oefenboek blz 52-53.
Handboek blz 14.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11.10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Huiswerk volgende week, zie Magister/Studiewijzer. 

Slide 8 - Slide

Hebban olla vogala - kahoot

https://create.kahoot.it/details/4dc5d272-16bd-4797-9187-bf4eb9d2c36c

Slide 9 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet dat de taal in teksten uit verschillende perioden voortkomt.
Je kan een gedicht begrijpen en plaatsen in de Nederlandse taalgeschiedenis.
Je kan uitleggen waarom een taal verandert en welk gevoel een gedicht weergeeft. 


Je kan zelf enkele dichtregels schrijven. 

Slide 10 - Drag question