Les 5 H4.4 en H4.5 Sociale hygiene: drugs en tabak

Sociale hygiene les 4 Alcohol 
wb: 4.4 Drugs en 4.5 tabak
tb: 6.7 Drugs en 6.8 tabak
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Horeca, Bakkerij en RecreatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Sociale hygiene les 4 Alcohol 
wb: 4.4 Drugs en 4.5 tabak
tb: 6.7 Drugs en 6.8 tabak

Slide 1 - Slide

H4 Sociale hygiene planning 
LES 1
Werkboek ONTVANGST H4  Sociale hygiene 
4.1 Sociale hygiene: regels: week 1, 9 april (T6.1 en 6.2) 
4.1 Sociale hygiene: beleid en handhaving: week 2, 16 april (T6.3 en 6.4) 
4.2 Gespreksmodellen + bespreken toets H1 Aannemen van reserveringen en omgaan met gasten: week 3, 23 april (Tb 6.2)
4.3 Alcohol: week 4, 7 mei (Tb 6.3 of 6.6 afhankelijk van boek versie)
4.4 + 4.5 Drugs & tabak: week 5/6, 22 mei (Tb 6.7+ 6.8 afhankelijk van boek versie)
4.6 Gokken week 7: 28 mei (T6.5...)
4.7 Sfeer en veiligheid in de praktijk week 8: 4 juni (T6.5...)
4.8 Toets H4 Sociale hygiene + start H2.1 Opnemen van de bestelling week 9: 11 juni (T6.5...)

Slide 2 - Slide

Lesprogramma en doel
Dagindeling P3 
Blok 1: 10.30 uur -12.00 uur theorie
Blok 2: 14.30 uur- 16.00 uur werken uit werkboek
Blok 3: 16.00 uur- 17.30 uur uitwerken vaktermen lijst

Let's go blok 1
  • Welkom, terugkoppeling vorige week, activeren voorkennis
  • Theorie 
  • Terugkoppeling theorie voorgaande les 
  • Werken uit werkboek + uitwerken vaktermenlijst

Slide 3 - Slide

Lesdoelen  
Na deze les weet je:
  • Wat drugs zijn
  • Wie drugs gebruiken
  • Hoe verslavend drugs zijn en wat de belangrijkste wettelijke regels zijn
  • Wat we onder tabak verstaan
  • Wat wel en wat niet is toegestaan betreft roken

Slide 4 - Slide

Terugkoppeling 6.6 alcohol 
Ga aan de slag met de vragen, beantwoord ze en kijk wat je nog weet. 

Slide 5 - Slide

Voorkennis 

  • Wat is drugs?

  • Wat is tabak?

Slide 6 - Slide

Interesse opwekken

Slide 7 - Slide

Theorie H6.7 Drugs
  • Drugs worden overal gebruikt net als alcohol; privé feestjes, thuis, school, uitgaansleven
  • Drugshandel, gasten die drugs bij zich hebben en gasten die onder invloed zijn
Drug
- Medicijn of verdovend middel. Er is sprake van een drug wanneer het de hersenen prikkelt en er daardoor geestelijke en lichamelijke effecten optreden:
1. Stimulerend: middelen die gevoel geven van meer energie/ alertheid: cocaine, amfetamine(speed) maar ook tabak en koffie. -> feestgangers die nacht door willen halen
2. Verdovend: zorgt voor slaperige roes, vlucht uit de realiteit (leed&verdriet worden verdoofd). -> heroine, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Mensen met slaapproblemen, angststoornissen.
3. Bewustzijnsveranderend: wereld gaat er heel anders uitzien: lsd, hasj, weed, paddo's. Werking kan een gemend effect hebben: xtc oppeppend+waarneming veranderd, hasj/weed: versuffend

Slide 8 - Slide

Drugs voorbeelden en drugs in Nederland

Slide 9 - Slide

Wie gebruiken drugs en waarom?
  • Er bestaat geen enkele drug die mensen tegen hun wil 'in zijn macht' krijgt-> in eerste instantie altijd eigen keuze gebruiker
Redenen om drugs te gebruiken
- Mee doen met anderen
- Stoer doen
- Grenzen verkennen 
- Nieuwsgierigheid
- Verveling verdrijven of vanwege spanning, het mag immers niet

Of iemand doorgaat met gebruiken, ligt aan de persoon maar ook aan zijn omgeving-> kwestie van accepteren of afwijzen, kan helpen, hoeft niet. Drugs kan één soort zijn of verschillende.

Slide 10 - Slide

Drugsverslaving
  • Wie drugs gebruikt, kiest daarvoor. -> werkelijkheid ontvluchten? 
  • Nog een stap verder bij gebruik: geen keuze meer maar afhankelijk geworden van drugs
  • Iemand beland niet automatisch van de ene in de andere fase: ligt aan middel, aan de persoon en aan de situatie waarin hij zit
  • Het is niet per se zo dat je verslaafd raakt bij gebruik van drugs

Drugsverslaving, onderscheid tussen lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid
- Bij lichamelijke afhankelijkheid: lichaam protesteert bij stoppen drugs: ontwenningsverschijnselen. Of 'tolerantie': steeds meer nodig voor zelfde effect.
- Bij geestelijke afhankelijkheid: gebruiker heeft het idee dat hij zonder de drug niet goed functioneert, deze afhankelijkheid ligt meer aan de gebruiker dan aan het middel.

Slide 11 - Slide

Hoe verslavend zijn drugs?
  • Wie drugs gebruikt, kiest daarvoor. -> werkelijkheid ontvluchten? 
  • Hoe iemand 'aan de drugs raakt', hangt af van verschillende factoren: experimenteren, nieuwsgierigheid, op zoek naar bepaald gevoel.
  • Of iemand doorgaat met gebruiken hangst af van de werking van de drug en de mate van gevoeligheid voor de effecten ervan

Beweegredenen voor drugs spelen ook een rol
- je kunt je rot voelen (risico op problematisch gebruik groter dan bij goed gevoel)
- geen enkele drug leidt bij eenmalig gebruik tot verslaving
- wel kan de ene gebruiker sneller afhankelijk zijn van een drug dan een ander
- gebruik van softdrugs gaat niet automatisch over in harddrugs, deze kan wel dichterbij komen!

Slide 12 - Slide

De Opiumwet (lijst I en II)
Naast de verdeling obv werking (stimulerend, verdovend, bewustzijnveranderend) is er ook de volgende indeling:
1. Legale drugs: medicijnen
2. Illigale drugs: de hiervoor benoemde drugssoorten: soft- en harddrugs

Lijst I (onaanvaardbaar groot risico)
- Heroine, cocaine, amfetamine, lsd, xtc, hasjolie
Lijst II (minder grote risico's dan lijst I)
- cannabis: weed en hasj en slaap- en kalmeringsmiddelen zoals valium en seresta

Slide 13 - Slide

De Opiumwet (lijst I en II)
De Opiumwet zegt dat het verboden is zowel harddrugs als softdrugs:
- binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen
- te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken, te vervoeren, aanwezig te hebben en te vervaardigen. 
Softdrugs mogen ook niet geteeld worden. Het gebruik van drugs is in de Opiumwet niet strafbaar gesteld. 

Gedoogbeleid: toelaten
Iemand pleegt weliswaar een strafbaar feit maar hij wordt daarvoor niet vervolgd of gestraft. Zo is strabaar maar gedoogd bv: in bezit hebben en vervoeren van max.5 gram softdrugs. Coffeshop is ook gedoogd maar: geen reclame, geen overlast, geen voorrad meer dan een pond

Slide 14 - Slide

Drank- en Horecawet
Volgens de drank- en horecawet is het verboden om onder invloed van drugs te zijn. 
- In de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) staat ook nog eens dat 'Artikel 2.8.1 Verbod begeven op de weg om drugs te verhandelen'.

Drugsbeleid
Leidinggevenden moeten er op toezien dat de Opiumwet in hun bedrijf niet overtreden wordt maar dat is niet altijd makkelijk door het gedoogbeleid (onduidelijk). 
Op het terras mag je geen jointje roken maar je mag het wel bij je hebben. Ook mag een persoon op het terras niet onder invloed zijn. De ondernemer mag zelf beslissen. Koninklijke horeca stelt dat drugs niet in de horeca thuis horen. 

Slide 15 - Slide

Maatregelen
Preventie
- bedrijfsformule aanpassen (geen donkere plekken in de zaak, muziek aanpassen)
- stickers 'no drugs'
- medewerkers drugsvoorlichting geven
Regels
- verbod op drugsgebruik, handel en bezit + regels kenbaar maken bij gasten
Regelhandhaving
- gasten die onder invloed lijken te zijn direct verwijderen, bij vermoeden toegang weigeren
Drugs en agressie
Drugs beinvloed het denken en voelen, pas dus op met gasten die gebruiken, zeker in combinatie met alcohol (1+1=3). 

Slide 16 - Slide

Cannabis en test
Test cannabis
Maak de test en kijk wat jij weet van cannabis!

Test Xtc
Maak de test en kijk wat jij weet van Xtc!

Slide 17 - Slide

Tabak
Met ingang van 1 juli 2008 is roken in de horeca niet meer toegestaan. Na wijziging van de tabakswet in 2002 zijn de meeste werkplekken in Nederland rookvrij.

Tabak, anti roken:

Opdracht:
Maak voor jezelf een samenvatting over de het hoofdstuk 'Tabak' 6.8, blz. 332. 

Slide 18 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen  
Na deze les weet je:
  • Wat drugs zijn
  • Wie drugs gebruiken
  • Hoe verslavend drugs zijn en wat de belangrijkste wettelijke regels zijn
  • Wat we onder tabak verstaan
  • Wat wel en wat niet is toegestaan betreft roken

Slide 19 - Slide

Opdrachten: 14.30-16.00 uur Blok 3
Je gaat nu aan de slag met de opdrachten. Start met lezen in je theorieboek op blz.315, ga vervolgens verder met je werkboek blz. 113:
  • H4.4 Drugs, opdracht 41, 42, 45, 47, 49, 50
  • H4.5 Tabak, opdracht 51, 54, 55

Slide 20 - Slide

Opdrachten: 16.00-17.30 uur Blok 3
Je gaat nu aan de slag met de opdracht vaktermenlijst. Noteer de termen die met gastheerschap en horeca te maken hebben en zoek de betekenis op. 

Slide 21 - Slide