2T Unité 3 grammatica + herhaling + omschrijvingen geven

Jeudi 4 mars
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Jeudi 4 mars

Slide 1 - Slide

Les Frans...

Slide 2 - Slide

Na vandaag kan ik...
  • Een voorwerp omschrijven.
  • Een omschrijving van mijn uiterlijk geven.
  • Werkwoorden op -ir vervoegen.
  • Bijvoeglijk naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  • De Passé Composé toepassen.

Slide 3 - Slide

Oefening 23 in Break Out Rooms
Gebruik apprendre 1!

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog van....
Passé Composé

Slide 5 - Slide

Welke tijd is de Passé Composé?
A
Toekomende tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
D
Tegenwoordige tijd

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel werkwoorden bestaat de Passé Composé
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je het voltooid deelwoord van werkwoorden op -er?
(voorbeeld parler)
A
parler
B
parles
C
parle
D
parlé

Slide 8 - Quiz

Vertaal: ik heb gepraat
A
je parles
B
j'ai parlé
C
j'ai parles
D
je suis parlé

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
être

Slide 10 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
faire

Slide 11 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
avoir

Slide 12 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
pouvoir

Slide 13 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
vouloir

Slide 14 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
prendre

Slide 15 - Open question

Vertaal: wij hebben gehad

Slide 16 - Open question

Vertaal: ik heb gedanst
(dansen = danser)

Slide 17 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord...
Hoe zat het ook alweer?
  • Het zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
  • Het past zich aan aan dat zelfstandig naamwoord.
  • Dat kan zijn:
  1. mannelijk enkelvoud
  2. vrouwelijk enkelvoud
  3. mannelijk meervoud
  4. vrouwelijk meervoud 

Slide 18 - Slide

mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
geen uitgang
- s
- e
- es

Slide 19 - Drag question

Het bijvoeglijk naamwoord:
Leer apprendre 5, grammaire II MET de uitzonderingen (en dat zijn er nogal wat....)

Slide 20 - Slide

Werkwoorden die eindigen op -ir:
  • Bijvoorbeeld choisir, finir, grandir
  • STAM + UITGANG
  • Stam = hele werkwoord -r
  • Uitgangen:
  1. je + tu =      s
  2. il/elle/on =   t
  3. nous =        ssons
  4. vous =        ssez
  5. ils/elles =    ssent 

Slide 21 - Slide

choisir
nous _________

Slide 22 - Open question

finir
je __________

Slide 23 - Open question

grandir (= groter worden)
ils __________

Slide 24 - Open question

rougir (=blozen, rood worden)
vous __________

Slide 25 - Open question

Omschrijf iemand in groepjes. Break Out Rooms.
Gebruik apprendre 9.

Slide 26 - Slide

Merci et à la semaine prochaine !

Slide 27 - Slide