Duitsland van democratie naar dictatuur 2.3

Herhaling
Mussolini oprichter fascistische beweging Italië
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling
Mussolini oprichter fascistische beweging Italië

Slide 1 - Slide

Hoe kwam Mussolini aan de macht?

Slide 2 - Open question

Noem een ideaal van Mussolini

Slide 3 - Mind map

Lenin
  • Revolutie 1917
  • Bolsjewisten komen aan de macht.
  • Hongersnood -> Lenin voert NEP in.
  • Banken en grote bedrijven staatseigendom
  • Eénpartijstaat -> Communisme
.

Slide 4 - Slide

Stalin
  • Na dood van Lenin Stalin aan de macht.
  • Maakt einde aan NEP.
  • Industrialiseert de Sovjet Unie.
  • Opbouw zware industrie het belangrijkst

Slide 5 - Slide

Wat hebben collectivisatie en zuiveringen met elkaar te maken?

Slide 6 - Open question

Wat hield de Goelag Archipel in?

Slide 7 - Open question

Republiek van Weimar
  • 1918 Duitse keizer vlucht naar Nederland.
  • Onrustig in Berlijn.
  • Parlement bijeen in Weimar.
  • Eerste jaren republiek moeilijk.
  • Dolkstootlegende
  • Geweld van links en rechts (communisten en Freikorpsen)

Slide 8 - Slide

Chaos en herstel
  • 1919 Spartakisten proberen macht te krijgen (communisten)
  • Leger maakt einde aan revolutie.
  • Ontevreden militairen proberen staatsgreep (Kapp-putsch).
  • Rechts extremisten vermoorden Rathenau.
  • Achterblijven met herstelbetalingen
  • Bezetting Fransen Röergebied. Gevolg stakingen.
  • Hyperinflatie

Slide 9 - Slide

Na 1923 Herstel
  • Amerikaanse leningen (Dawes plan).
  • Duitsland komt er weer bovenop.
  • Jaren van welvaart, het wordt rustig.
  • Berlijn populaire stad uitgaansleven.
  • Er komt weer langzaam vertrouwen in de politiek

Slide 10 - Slide

Dawes plan

Slide 11 - Slide

Crisis in Duitsland
  • Beurskrach maakt einde aan welvaart in Duitsland
  • Amerikanen eisen hun leningen op
  • Talloze banken, bedrijven en winkeliers failliet
  • Miljoenen werklozen
  • Eind 1932 helft van Duitse beroepsbevolking geheel of gedeeltelijk werkloos.
  • Democratische partijen verdeeld en niet slagvaardig.

Slide 12 - Slide

Nazi Duitsland
  • Adolf Hitler führer NSDAP (leider)
  • Vocht in 1e W.O. in Duitse leger.
  • Hij was een Oostenrijker.
  • Leger was alles wat hij had.
  • Was boos en verbitterd om Duitse nederlaag.
  • 1920 Hitler sluit zich aan bij de NSDAP

Slide 13 - Slide

Hitler als baby
Hitler tienerjaren

Slide 14 - Slide

Redenaarstalent Hitler
  • Hitler kon het volk opzwepen in zijn toespraken.
  • Geliefde onderwerpen: Versailles, dolkstootlegende, joden kregen de schuld, zij waren de zondebok (NSDAP racistisch).
  • Germaanse ras superieur ras
  • Führer de Duitse variant van Duce (= leider)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Mein Kampf
  • 1923 München poging tot staatsgreep, doel mars naar Berlijn.
  • Voorbeeld was mars naar Rome.
  • Mislukt.
  • Hitler gearresteerd. Milde straf van rechters
  • Luxe verblijf Landsberg gevangenis.
  • Schrijft Mein Kampf.
  • Wil door middel van verkiezingen aan de macht komen.

Slide 17 - Slide

Hitlers beloften
  • Na vrijlating jaren twintig Hitler kansloos in de politiek.
  • Wereldcrisis. Hitler geeft democraten en joden de schuld.
  • Belooft einde dictaat Versailles.
  • Gaat Duitsland weer machtig maken.
  • Belooft werk en welvaart

Slide 18 - Slide

SA en SS
  • Straatgeweld SA
  • 400.000 SA leden.
  • SA bruin uniform
  • Gevechten SA met communisten.
  • Terreur tegen joden (winkelboycot)
  • Zwart geklede Schutzstaffel (SS)
  • Himler baas SS

Slide 19 - Slide

SS en SA
Himmler baas van de SS

Slide 20 - Slide

Waarom besloot Hitler na 1923 om via democratische weg aan de macht te komen?

Slide 21 - Open question

Noem twee redenen waarom de republiek van Weimar geen kans had om een stevige democratie op te bouwen?

Slide 22 - Open question

De Machtsovername
  • 1932 NSDAP werd met 37% v.d. stemmen de grootste partij
  • Communistische partij had 15% van de stemmen.
  • Deze beide totaliaire partijen hadden de meerderheid in het Duitse parlement


Slide 23 - Slide

De machtsovername
  • Conservatieve elites minachtten de nazi's
  • De conservatieve elite dacht dat men Hitler wel kon gebruiken om te kunnen regeren.
  • Hitler rijkskanselier (minister-president) en Goering minister. De rest van de ministers waren conservatieven.
  • Ze dachten dat ze Hitler 'in dienst' hadden genomen, maar ze vergisten zich.

Slide 24 - Slide

Machtsovername
  • Rijksdagbrand.
  • Hitler schrijft nieuwe verkiezingen uit. Hij behaalt 44% van de stemmen.
  • Geen meerderheidin parlement.
  • Door intimidatie kreurde 2/3 van de meerderheid van het parlement een 'machtigingswet' goed die Hitler vier jaar lang alle macht gaf.

Slide 25 - Slide

Duitsland onder Hitler
  • Na machtsovername Hitler begonnen nazi's met de opbouw van een totalitaire staat.
  • Politieke partijen werden verboden (behalve de NSDAP)
  • Nazi's wilden het hele volk doordringen van het nationaal socialisme
  • Ministerie van propaganda onder minister Goebbels
  • Kranten, films en radio onder censuur.
  • Jongens in de Hitlerjugend en meisjes Bund Deutscher Mädel, nationaal socialistische opvoeding.

Slide 26 - Slide

Duitsland onder Hitler
  • Rijkspresident Von Hindenburg sterft. Hitler neemt zijn functie erbij. Noemt zich führer van het Duitse volk.
  • Verering Hitler. Massabijeenkomsten.
  • Stopt met verdrag Versailles. Herbewapening leger.
  • Enorm bewapeningsprogramma en bouw Autosnelwegen. Daardoor daalde de werkloosheid.

Slide 27 - Slide

Duitsland onder Hitler
  • 1938 nog maar 500.000 werklozen (1932 waren er 6 miljoen)
  • Hitler populair bij groot gedeelte van de bevolking.
  • Velen zagen niet de terreur (of wilden het niet zien) van de concentratiekampen.
  • De helft van de 300.000 leden van de communistische partij zaten in de concentratiekampen.
  • Ook zaten er een aantal joden in de kampen


Slide 28 - Slide

Hitler bouw Autobahnen
Bouw Volkswagen kever

Slide 29 - Slide