Duitsland van democratie naar dictatuur

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hitler aan de macht

Duitsland van democratie naar dictatuur

Hoe kwam Mussolini aan de macht?

1. Door te dreigen met geweld (Mars naar Rome)
2. Door verkiezingen
3. Door een staatsgreep

Wat hebben collectivisatie en terreur met elkaar te maken?

Noem een kenmerk van het fascisme

Republiek van Weimar

• 1918 Duitse keizer vlucht naar Nederland.
• Onrust in Berlijn.
• Parlement bijeen in Weimar.
• Eerste jaren republiek moeilijk.
• Dolkstootlegende
• Geweld van links en rechts (communisten en Freikorpsen)
  

1923

• Duitsers hebben niet genoeg geld voor herstelbetalingen
• Fransen bezetten Ruhrgebied
• Arbeiders worden opgeroepen --> staken
• Duitsland druk geld bij --> gevolg inflatie
• 
  

Na 1923 Herstel

• Amerikaanse leningen (Dawes plan).
• Duitsland komt er weer bovenop.
• Jaren van welvaart, het wordt rustig.
• Herstel vertrouwen in de politiek/democratie
  

Dawesplan

Crisis in Duitsland

• 1929 Beurskrach --> einde welvaart  Duitsland
• Amerikanen eisen hun leningen op
• Banken, bedrijven en winkeliers failliet
• Miljoenen werklozen
• Eind 1932 helft van Duitse beroepsbevolking  werkloos.
• Democratische partijen verdeeld en niet slagvaardig.
  

Nazi Duitsland

• Adolf Hitler führer NSDAP (leider)
• Vocht in 1e W.O. in Duitse leger.
• Hij was een Oostenrijker.
• Leger was zijn passie, daar ging hij voor.
• Hitler verbitterd om Duitse nederlaag.
• 1920 Hitler sluit zich aan bij de NSDAP
  

Hitler als baby

Hitler tienerjaren

Redenaarstalent Hitler

• Hitler kon het volk opzwepen in zijn toespraken.
• Geliefde onderwerpen: Versailles, dolkstootlegende, joden zondebok (NSDAP racistisch).
• Germaanse ras beste ras (superieur)
  
• Andere rassen minderwaardig

Mein Kampf

• 1923 München mislukte staatsgreep,
• Hitler gearresteerd. Krijgt milde straf van de rechters
  
• Luxe verblijf in Landsberg gevangenis.
• Schrijft Mein Kampf.
• Wil hierna door middel van verkiezingen aan de macht komen.
  

Hitlers beloften

1929 Wereldcrisis. Hitler geeft democraten en joden de schuld.

• Belooft einde dictaat Versailles (geen vernederingen meer).
• Gaat Duitsland weer machtig maken (sterk leger).
• Belooft werk en welvaart
  

De Machtsovername

• 1932 NSDAP werd met 37% v.d. stemmen de grootste partij
• Communistische partij had 15% van de stemmen.
• Deze beide totaliaire partijen hadden de meerderheid in het Duitse parlement

Aantal werklozen in Duitsland

Zetelverdeling Duitse parlement (Rijksdag)

De machtsovername

• Conservatieve elites minachtten de nazi's
• De conservatieve elite dacht dat men Hitler wel kon gebruiken om te kunnen regeren.
• Hitler rijkskanselier (minister-president) en Goering minister. De rest van de ministers waren conservatieven.
• Ze dachten dat ze Hitler 'in dienst' hadden genomen, maar ze vergisten zich.

Duitsland onder Hitler

• Na machtsovername Hitler begonnen nazi's met de opbouw van een totalitaire staat.
• Politieke partijen werden verboden (behalve de NSDAP)
• Nazi's wilden het hele volk doordringen van het nationaal socialisme
• Ministerie van propaganda onder minister Goebbels
• Kranten, films en radio onder censuur.
• Jongens in de Hitlerjugend en meisjes Bund Deutscher Mädel, nationaal socialistische opvoeding.

Machtsovername

• Rijksdagbrand.
• Hitler schrijft nieuwe verkiezingen uit. Hij behaalt 44% van de stemmen.
• Geen meerderheidin parlement.
• Door intimidatie kreurde 2/3 van de meerderheid van het parlement een 'machtigingswet' goed die Hitler vier jaar lang alle macht gaf.

Duitsland onder Hitler

• Rijkspresident Von Hindenburg sterft. Hitler neemt zijn functie erbij. Noemt zich führer van het Duitse volk.
• Verering Hitler. Massabijeenkomsten.
• Stopt met verdrag Versailles. Herbewapening leger.
• Enorm bewapeningsprogramma en bouw Autosnelwegen. Daardoor daalde de werkloosheid.

Duitsland onder Hitler

• 1938 nog maar 500.000 werklozen (1932 waren er 6 miljoen)
• Hitler populair bij groot gedeelte van de bevolking.
• Velen zagen niet de terreur (of wilden het niet zien) van de concentratiekampen.
• De helft van de 300.000 leden van de communistische partij zaten in de concentratiekampen.
• Ook zaten er een aantal joden in de kampen

Hitler bouw Autobahnen

Bouw Volkswagen kever

SA en SS

• Straatgeweld SA (intimidatie)

• Gevechten SA met communisten.

• Terreur tegen joden (winkelboycot)

• Zwart geklede Schutzstaffel (SS)

• Himmler baas SS

Rassenleer nationaal socialisten

Duitsers superieur volgens nazi's

Joden minderwaardig (üntermenschen)

Homoseksuelen en zigenuers minderwaardig

Rassenwetten 1935

• Joden verliezen burgerrechten in Duitsland.
• Joden mogen geen niet-joden in dienst hebben.
• Joden mogen niet trouwen met niet-joden.
• Joodse ambtenaren ontslagen.
  
• Seks tussen joden en niet joden verboden.
• Er wordt door een ingewikkeld systeem bepaald of iemand wel/niet joods is.
  

Joodse man tot schande gemaakt