10.2 dinsdag 11 mei

Wat gaan we doen vandaag?
  • opdracht ondernemingsvormen
  • planning OP4
  • lesson-up 
Aan het einde van de les
- weet ik wat een balans is.
- kan ik de posten beschrijven die op een balans staan.
- kan ik een liquiditeitsbalans opstellen

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
  • opdracht ondernemingsvormen
  • planning OP4
  • lesson-up 
Aan het einde van de les
- weet ik wat een balans is.
- kan ik de posten beschrijven die op een balans staan.
- kan ik een liquiditeitsbalans opstellen

Slide 1 - Slide

opdracht ondernemingvormen
Vragen?

Slide 2 - Slide

Planning OP 4
Staat ook op it's learning
Bekend is dus:
de theorie
de opgaven
de toetsdata
kennis van balansen, ondernemingsvormen, aandelen obligaties etc.

Als je bij een bank gaat werken en inkomen moet bepalen van een zelfstandige voor een hypotheek of een lening. Of bij een assurantiekantoor bijvoorbeeld een arbeidsongeschiktheidsverzekering moet sluiten. Of je als je als belegger aan de slag wilt gaan.

Slide 3 - Slide

Lesson up
Zitten we allemaal in de les?
Gebruik Lesson up voor naslagwerk tijdens je studie.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Voordat we aan de slag gaan moeten we eerst weten hoe een balans in elkaar zit. Vraagje: wat is een balans eigenlijk?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Als we de balans onderverdelen in groepen , spreken we van een liquiditeitsbalans
Debet                                                 liquiditeitsbalans                                               credit
            Vaste activa                                                                Eigen vermogen
            Vlottende activa                                                       Vreemd vermogen lang
                                                                                                      Vreemd vermogen kort


Bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar door de onderneming gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld een gebouw. En inventaris: denk aan de inrichting van een winkel
bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar in de onderneming blijven zoals bijvoorbeeld de voorraad. En geld dat je nog te goed hebt van afnemers --> debiteuren
Vermogen dat door de eigenaren is ingebracht. Dit geld is altijd aanwezig in de onderneming
Geleend geld waarover de onderneming langer dan een jaar kan beschikken. Bijvoorbeeld een hypotheek.
Geleend geld waarover de onderneming korter dan een jaar kan beschikken. Bijvoorbeeld geld dat je nog moet betalen aan leveranciers: crediteuren.
Het verschil tussen de bezittingen (debet) en de schulden (credit) is het eigen vermogen van de onderneming

Slide 9 - Slide

voorbeeld 

Slide 10 - Slide

opdrachten
2 en 3 pagina 176

Slide 11 - Slide

wat hebben we geleerd vandaag?
  • wat een balans is
  • alle begrippen op de balans zijn langsgekomen
  • we hebben een liquiditeitsbalans gemaakt 

Slide 12 - Slide

Dit vond ik van de les van vandaag:
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

huiswerk voor morgen
denk aan de opdracht die moet volgende week maandag af!
opgave 4 en 5 vanaf pagina 176

Slide 14 - Slide