Thema gezondheid Starttaal vooraf startles en les 1

Alles wat met gezondheid te maken heeft!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Alles wat met gezondheid te maken heeft!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
- begrijp ik de betekenis van de themawoorden over gezondheid.
- begrijp ik wat een vergelijking is.

Slide 2 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Nadenken over gezondheid
Wat weet jij al over gezondheid?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gezondheid

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Je krijgt op de volgende slides vragen te zien over de betekenis van de themawoorden.

Slide 6 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
Een winkel waar je medicijnen kunt ophalen.
A
supermarkt
B
bijsluiter
C
apotheek
D
restaurant

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De zorg die iemand krijgt om weer beter te worden.
A
bijsluiter
B
behandeling
C
conditie
D
recept

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De informatie die je krijgt bij een medicijn.
A
bijsluiter
B
recept
C
gebruiksaanwijzing
D
eetpatroon

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Pijn die ontstaan door bewegen of sporten
A
conditie
B
sportief
C
blessure
D
gezondheid

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe fit je bent
A
gezondheid
B
blessure
C
sportief
D
conditie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat je meestal eet en op welk moment van de dag
A
ontbijt
B
eetpatroon
C
dieet
D
menu

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

hoe het met jouw lichaam gaat, of je ziek bent of niet
A
fit
B
gezondheid
C
vitamine
D
sportief

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Een briefje of digtaal bericht van de dokter waarop staat welk medicijn je moet krijgen.
A
recept
B
bijsluiter
C
rekening
D
spelregels

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat je van iemand kan zeggen die veel sport
A
krachtpatser
B
stoer
C
sportief
D
sterk

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een stof die je helpt om gezond te blijven
A
vitamine
B
red bull
C
water
D
chocolade

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Tegenstellingen
Gezond-----------------ongezond
Ziek--------------------beter
dik----------------------dun

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Gewoonte
Iets wat je vaak/altijd doet
Iets wat je gewend bent om te doen


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Schrijf een goede gewoonte van jezelf op

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Zo gezond als een ...............
A
banaan
B
vis
C
tomaat
D
octopus

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

zo ziek als een ..............
A
kat
B
hond
C
muis
D
rat

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

ziek
buikpijn                           hoofdpijn                          misselijk

verkouden                            keelpijn                           





Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Ik ben ziek
Ik heb hoofdpijn.
Ik ben misselijk.
Ik moet overgeven.
Ik ben verkouden.
Ik heb kramp in mijn buik.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ik heb griep.
Ik ben verkouden.
Ik heb koorts.
Ik heb keelpijn en ik heb oorpijn
Ik moet veel niezen.
Ik heb veel snot in mijn neus en moet snuiten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

Werken op je tablet:
Numo: taak thema 2 gezondheid
of
Studiemeter/ Starttaal vooraf /thema 2 /woordenschat
of
Studiemeter /Via vooraf/thema 2/woordenschat

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Tot slot spelen we een kahoot met de geleerde themawoorden.

Slide 28 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Begrippen uit deze les
  • themawoorden
  • ...
  • ... 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS 
van de gedeelde map.

Slide 30 - Slide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf