KCV V5

Antieke filosofie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Antieke filosofie

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij het werkwoord 'agorazein'?

Slide 2 - Mind map

Welke antieke auteur was geen belangrijke bron over het leven van Sokrates?
A
Xenophanes
B
Aristophanes
C
Plato
D
Sophokles

Slide 3 - Quiz

Hoe heette de school die Plato stichtte?

Slide 4 - Open question

In welke dialoog van Plato staat de grotvergelijking?

Slide 5 - Open question

"Volgens Plato zijn de voorwerpen op aarde allemaal afspiegelingen van ...."
A
ideëen
B
vormen
C
begrippen
D
concepten

Slide 6 - Quiz

het zijne doen
logistikon
thumoides
epithumethikon

Slide 7 - Drag question

Het actieve beginsel valt voor de stoïcijnen samen met...
A
de natuur
B
de ratio
C
God
D
de rede

Slide 8 - Quiz

Traditioneel worden er drie zogenaamde 'kleine' postsocratische scholen onderscheiden. Noem er één.

Slide 9 - Open question

Stoïcijnen streven naar...
A
Ekpurosis
B
Doxografie
C
Apatheia
D
Anamnese

Slide 10 - Quiz

Stoa
Epicurus
Fatum

Slide 11 - Drag question

Wat komt in je op bij het woord 'ataraxia'?

Slide 12 - Mind map

Licht de volgende uitspraak van Seneca toe: 'Het lot sleept hen die niet willen, maar leidt hen die willen'
Maak gebruik van je kennis van Stoïcijnse ideëen over persoonlijke vrijheid en het lot.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Leg uit waar de cartoon op de vorige dia naar verwijst.

Slide 15 - Open question

Welke uitspraak over de ideale staat van Plato is niet waar?
A
Vrouwen mogen hem niet besturen
B
De bewakende wachters hebben geen eigen bezit
C
Kinderen weten niet wie hun ouders zijn maar worden door de gemeenschap opgevoed
D
Traditionele literatuur maakt geen onderdeel uit van de vorming van de wachters

Slide 16 - Quiz

Waarom is wiskunde een belangrijk deel van de opleiding van Platoonse filosofen?

Slide 17 - Open question

Volgens de Epicureërs is alles doordrongen van het goddelijke (pantheïsme)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz