Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen. Als je klaar bent, kan je ook nog de filmpjes van caberetiers uit vorige lessen (zie gedeelde LessonUps) verder kijken.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Goedemorgen,
Deze LessonUp mogen jullie zelfstandig maken.
Lees de teksten, bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen. Als je klaar bent, kan je ook nog de filmpjes van caberetiers uit vorige lessen (zie gedeelde LessonUps) verder kijken.
Slide 1 - Slide
Is dit ironie, sarcasme of cynisme?
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 2 - Quiz
Is dit ironie, sarcasme of cynisme?
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme
Slide 3 - Quiz
Doelen van vandaag
- Je herkent non-verbale communicatie
- Je ziet het belang in van non-verbale communicatie
- Je kan non-verbale communicatie goed interpreteren
- Je breidt je woordenschat uit rondom thema emoties
Slide 4 - Slide
Wat gaan we doen?
* uitleg en oefenen non verbale communicatie
* zelfstandig opdrachten maken
Slide 5 - Slide
Wat is non-verbale communicatie?
Met non-verbale communicatie, ook wel analoge communicatie genoemd, bedoelt men elke vorm van uitwisseling van boodschappen tussen mensen of levende wezens via niet-talige signalen of tekens: 'zonder woorden'. Wikipedia
Slide 6 - Slide
Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en les geven
C
Lachen, boos kijken en oogcontact
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
01:14
Wat is er aan de hand?
A
Hij moet lachen
B
Hij moet niezen
C
Hij wil iets zeggen
D
Hij heeft pijn
Slide 9 - Quiz
01:41
Wat is zijn probleem?
Slide 10 - Open question
03:25
Wat is zijn probleem?
Slide 11 - Open question
03:25
Willen jullie dit filmpje afkijken?
ja
nee
Slide 12 - Poll
emoties
Slide 13 - Mind map
basis emoties
Blij; vrolijk, enthousiast, gelukkig
Boos; chagrijnig, kwaad, agressief
Bang; zenuwachtig, verlegen, gestrest
Bedroefd; verdrietig, teleurgesteld, depressief
Slide 14 - Slide
Opdracht 1:
* Schrijf de 4 basisemoties op
* Zoek 5 andere Nederlandse woorden die hierbij passen. Bedenk hierbij de Engelse woorden en vertaal ze naar het Nederlands, dus bv.