Taal - ondergronds - woordenschat les

Taal - ondergronds - woordenschat 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Taal - ondergronds - woordenschat 

Slide 1 - Slide

Brandstoffen

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Zo zit het!
Filmpje

Slide 5 - Slide

souterrain

Slide 6 - Slide

Wat betekent dus nu het woord souterrain?

Slide 7 - Open question

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Aardgas en steenkool
B
Windmolens en zonnepanelen

Slide 8 - Quiz

wat is het gangenstelsel?
A
de kelder
B
gangen die met elkaar verbonden zijn

Slide 9 - Quiz

Wat is steenkool?
A
zwarte brandstof uit de grond
B
edelmetaal

Slide 10 - Quiz

Wat is delven?
A
zuiveren
B
opgraven

Slide 11 - Quiz

Wat is een archeoloog?
A
Iemand die oude voorwerpen opgraaft en onderzoekt
B
een vuilnisman

Slide 12 - Quiz

Als je in de smurrie staat, sta je...
A
op een container
B
tussen vieze, kleverige stof

Slide 13 - Quiz

Een beerput kun het best vergelijken met...
A
een wc
B
een doorsnede

Slide 14 - Quiz

Welk woord hoort er NIET bij?
A
de drek
B
de smurrie
C
de container
D
de viezigheid

Slide 15 - Quiz

Welk woord hoort er NIET bij?
A
de delfstof
B
opgraven
C
het gangenstelsel
D
de dassenburcht

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

welk plaatje past het beste bij de bron?
A
Muggen rond een campinglamp
B
een larve van een langpootmug
C
een aantal muggen in een fles
D
een langpootmug en een emelt

Slide 18 - Quiz

Wat vond je hiervan?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz