Ondergronds woordenschat Andrej 14 mei 2022

Ondergronds?
1 / 20
next
Slide 1: Mind map
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ondergronds?

Slide 1 - Mind map

We gaan leren leren
We gaan steeds per  10 woorden oefenen.

  1. eerst lezen,lezen, lezen
  2. dan blaadje door de helft vouwen
  3. woord kiezen / omschrijving lezen omdraaien

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Staal Groep 6  
Thema: Ondergronds 


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

naar beneden gaan
Een bak om afval in te vervoeren
afdalen
Container

Slide 6 - Drag question

het edelmetaal
Gangenstelsel
Een kostbaar metaal zoals goud of zilver
Een aantal gangen dat met elkaar verbonden is.

Slide 7 - Drag question

de dassenburcht
het grondwater
Een hol van een das, zoogdiermet wit en zwarte strepen
het water uit de bodem

Slide 8 - Drag question

de begane grond
de doorsnede 
wat je aan de binnenkant ziet 
als je iets doorsnijdt.
de verdieping die gelijk ligt met de straat.

Slide 9 - Drag question

de dassenburcht
het grondwater
Een hol van een das, zoogdiermet wit en zwarte strepen
het water uit de bodem

Slide 10 - Drag question

Welke 2 woorden heb je gemist?
schrijf de woorden hieronder op.

Slide 11 - Open question

Kies 4 woorden uit je geleerde woorden
maak er een zin of zinnen mee

Slide 12 - Open question

De tweede 10 woorden

Slide 13 - Slide

Welke woord?
A
de mijnwerker
B
de kruipruimte
C
De ondergrondse
D
onderaards

Slide 14 - Quiz

Welk woord?
A
de mijnwerker
B
de kruipruimte
C
de steenkool
D
onderaards

Slide 15 - Quiz

welke omschrijving ?
A
iemand die in de mijn werkt onder de grond
B
een soort lage kelder in een huis
C
de metro een soort trein onder de grond
D
een verdieping onder de grond

Slide 16 - Quiz

Op welk plaatje zie je de kruipruimte?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Op welk plaatje zie je het souterrain

A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

de steenkool
de vluchtroute 
zwarte stof die diep uit de grond komt
en als brandstof kan dienen 
een uitgang om te vluchten als er een ramp is 

Slide 19 - Drag question

1. Welke drie woorden zijn er nog niet gebruikt?
2. Schrijf ze hieronder op .
3. Gebruik 2 woorden in een zin of zinnen.

Slide 20 - Open question