unit 1 lesson 1 present perfect present- perfect continuous

Present perfect
  • Hoe maak ik een present perfect?
  • signaalwoorden van de present perfect.
  • Wanneer gebruik ik de present perfect?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Present perfect
  • Hoe maak ik een present perfect?
  • signaalwoorden van de present perfect.
  • Wanneer gebruik ik de present perfect?

Slide 1 - Slide

have/ has+ voltooid deelwoord.
I have
you have
He/she/it has
we have
They have

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord
have/ has: ww+ ed
have/ has+ 3e rijtje onregelmatige werkwoorden

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden Present Perfect:


For
Yet
Never 
Ever

Just
Already
Since

Slide 4 - Slide

Present perfect continuous
Bevat 3 werkwoorden
have/has+ been + ww+ing
I have been waiting for hours now

Slide 5 - Slide

4 redenen voor present Perfect
1. activiteit is in verleden begonnen en duurt nog voort
2. nadruk ligt op resultaat wat in het verleden is gebeurd
3. Het is niet precies duidelijk wanneer precies in het verleden
4. iets is echt zojuist, of kortgeleden gebeurd.

Slide 6 - Slide

1. activiteit is in verleden begonnen en duurt nog voort
a: geen nadruk op tijd: I have worked here since 2003
b: nadruk op tijdsduur/ irritatie: I have been working here for 19 years, but I have never had a boring day.
I have been waiting for over an hour!

Slide 7 - Slide

2. nadruk ligt op resultaat wat in het verleden is gebeurd
a: eenmalige gebeurtenissen: Dad is happy, because he has found a new job.
b: iets duurt langere tijd, of komt vaker voor, of is een gewoonte: Dad is tired, because he has been working hard. 

Slide 8 - Slide

3. Het is niet precies duidelijk wanneer precies in het verleden
geen continuous vorm!
I 've lost my keys.

Slide 9 - Slide

4. iets is echt zojuist, of kortgeleden gebeurd
Mr. van Beek has just left the classroom.

Slide 10 - Slide

signaalwoorden continuous
lately
for hours
all day
for ages
etc.

Slide 11 - Slide

Hoeveel werkwoorden zitten er in present perfect
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 12 - Quiz

Present perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 13 - Quiz

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working at the kiosk since summer.
B
She have been working at the kiosk since summer.
C
She has worked at the kiosk since summer.
D
She has been working at the kiosk since summer.

Slide 14 - Quiz

Dus, hoe maak je de 'present perfect continuous'?
A
have + werkwoord + ing
B
have/has + werkwoord verleden tijd
C
has + ing
D
have/has been + werkwoord + ing

Slide 15 - Quiz

Which sentence is present perfect continuous?
A
We've been practising all afternoon.
B
We've practised all afternoon.
C
We were practising all afternoon.
D
We practised all afternoon.

Slide 16 - Quiz

De present perfect continuous gebruik je.....
A
bij acties die NU bezig zijn
B
wanneer iets al een tijd bezig is en je wil de tijdsduur benadrukken
C
om irritatie uit te drukken als iets lang duurt/telkens opnieuw gebeurt
D
als iets in het verleden is gebeurd, maar je hebt nu resultaat

Slide 17 - Quiz

Present perfect: Hoe vorm je de present perfect?

Slide 18 - Open question

Present Perfect:
Schrijf 2 signaalwoorden voor de present perfect

Slide 19 - Open question

We __________ (to know) each other very long.

Slide 20 - Open question

He____never___ (to lose) a game before.
(include the word 'never' in your answer)

Slide 21 - Open question

Hoe maak je de present perfect continuous?

Slide 22 - Open question

Vul in deze zin de present perfect continuous in:

I _____ (to wait) for ages!

Slide 23 - Open question

Zet dit werkwoord in de present perfect continuous: she .......(work)

Slide 24 - Open question

Present Perfect Continuous. The teacher ................(talk) for 35 minutes.

Slide 25 - Open question

Present Perfect Continuous
They_______(drive) for 3 hours now.

Slide 26 - Open question