Bij een kern van doen is er altijd een Zelfstandig Werkwoord (ZWW) + eventueel hulpwerkwoorden
Bij een kern van zijn is er altijd een Koppelwerkwoord (KWW)+ eventueel hulpwerkwoorden
Voorbeeld: zij heeft(HWW) gisteren heel de dag gewerkt (ZWW).
Voorbeeld: Hij bleek (KWW) een expert te zijn (HWW) geweest (HWW)